Goede overwinning op het Friese DCH: 8-12

In Heerenveen won het eerste ondanks de afwezigheid van Niek
Kuijvenhoven met 8-12. Daarmee lieten de Harderwijkers zien in de
breedte sterk te zijn en over voldoende winstpotentie te beschikken.

In de wedstrijd tegen Heerenveen werd de ban al snel gebroken door Jan
Hendrik Kok. Hij profiteerde op creatieve wijze van de zwakke binding
tussen rand- en centrumschijf bij tegenstander Martin Boersbroek. De 2
om 3 kostte wellicht een kort moment een schijf, maar na terugvordering
was een tweede schijfverlies voor zwart onontkoombaar. Een lekker begin
van de middag met een vroege 0-2 voorsprong was een feit.

René Schaafsma bracht de Harderwijkers helemaal in polepositie, door in
een explosieve stand de winst naar zich toe te trekken tegen Oscar
Veltman. Die nam met zwart de nodige risico’s. Hij probeerde met een
centrumaanval de witte stand te splitsen maar de witte formaties bleken
veel te sterk daarvoor. Een waarschijnlijk als tijdelijk offer gedachte
spelgang bleek van geen kant te kloppen want wit vond een andere zwakte
in de zwarte stelling en combineerde verwoestend naar dam.

Niet alles verliep volgens plan bij de Harderwijkers. Fred Elgersma
zette de voorpost van Tjipke Smedinga vol onder druk, maar deze
verdedigde zich handig en onconventioneel. Zelfs een gelijktijdige
bezetting van 35 en 24 leek door de beugel te kunnen. Toen wit op het
punt stond de stellingen te normaliseren dacht Fred toch de zich
voorgestelde schijfwinst te pakken. Maar hij kwam bedrogen uit omdat wit
vernietigend naar dam combineerde.

Het werd zelfs gelijk toen Kees de Jong zijn meerdere moest erkennen in
Johan Teake Dekker. De sterke Fries is in volle voorbereiding op een
wereldrecordpoging kloksimultaan-dammen en lijkt goed in vorm. In een
kleurrijke partij trok de zwartspeler aan het langste eind. Hij liet
zien dat zijn korte vleugel sterker was dan het centrum van wit. In een
poging alle schijven bij te trekken verraste de zwartspeler Kees met een
paar kleine tactische trucs en een welgeplaatst offertje: 4-4.

De gelijke stand was van korte duur want Gert-Jan Hoeve overklaste zijn
tegenstander Henk Hosper met fraai centrumspel en een welgeplaatste
doorbraak door de korte vleugel van zwart die kansloos verloor. Ruurd
Wuestman leek zich bij de overwinnaars te scharen nadat hij met twee
fijnzinnige schijnoffertjes het centrum had veroverd en vervolgens vrije
doorloop richting damlijn creëerde. Een nog iets nauwkeuriger
winstvoering was nodig geweest om de volle twee punten binnen te halen.
In de partij slaagde de slimme Sipke Doller erin om zwart alsnog in
verlegenheid te brengen met een eigen doorbraakdreiging. Ruurd moest
enkele zetten later in remise berusten.

In zijn partij tegen Wim van der Molen ging ook Gerwin van der Meer vol
voor de winst. Na onorthodox openingsspel bleef de zwartspeler met veel
schijven op de lange vleugel zitten, reden voor Gerwin om zich met wit
een kortevleugel-opsluiting te veroorloven. Met fraai spel drong hij
vervolgens aan op doorbraak aan de andere bordrand. Van der Molen
speelde echter koelbloedig verder en wist de schade binnen de perken te
houden.

Ook de partij tussen Johnny Modderman en Egbert van Hattem eindigde in
remise. De zwartspeler probeerde de witte voorpost te isoleren door een
sterk centrum op te bouwen. Maar de witspeler speelde de aanval
onverwacht soepel. Wat volgde was een klassiek afspel. Net toen de
zwartspeler weer in winstkansen durfde te gaan geloven werd hij
onaangenaam verrast. Dan had hij wel 43 … 1318 moeten spelen want in de
partij volgde een ijzersterk offer dat hij totaal had overzien. Er zat
voor de zwartspeler – die zich nog zo had voorgenomen een sterke tweede
partijhelft te spelen – niet anders op dan de schade te beperken. Dat
lukte gelukkig goed, mede omdat wit niet zijn beste kansen waarnam.

De teamwinst werd een partij eerder dan gedacht veiliggesteld, door Jan
Willem Hoeve. Aize Plantinga verdedigde zich aanvankelijk goed tegen de
frontale centrumaanval van zwart, en brak zelf ook door richting
damlijn. Hoewel de stelling objectief remise was speelde de zwartspeler
nog even door want hij had nog een aantal verrassende handigheidjes in
petto. De witspeler bevond zich verrassend genoeg in een precaire
situatie waar een extra offer was vereist. In de partij trapte hij in
een eenvoudige afname van de dam.

Het twaalfde punt werd binnengehaald door Henry Offenga tegen de sterke
Sjoerd Koopman. Aanvankelijk speelde zwart netjes en verzorgd, maar toch
kwam wit gevaarlijk opzetten en dwong alsnog een flink voordelig
eindspel af. Henry toonde echter aan dat de witte schijven voortdurend
bedreigd konden worden en niet meer konden opstomen naar dam. Het eerste
staat nu op een verdienstelijke zesde positie in Hoofdklasse A met een
heuse plusscore van 11 uit 10.