Wisselende kansen, toch 10-10

Ons Eerste nam uit de reis naar het Friese Ureterp één punt mee terug naar Harderwijk. Daarmee blijft het team ook na zes ronden nog wachten
op de eerste zege van het seizoen, en staat het in de gevarenzone met nog vijf ronden te gaan.

De wedstrijd tegen Oerterp-Drachten begon (weer) wankel. René Schaafsma speelde aanvankelijk een prima partij tegen Peter Boonstra en kon de
hele partij op een licht initiatief bogen, tot in het gevorderde middenspel aan toe. De zwartspeler bleef echter op kansen loeren en
speelde verrassend 19-24 waarmee hij optisch gevaarlijk op kwam zetten.
Wit reageerde geschrokken en trapte meteen in een beslissende combinatie. Eerst een keer achterlopen op 24 en vervolgens opbouwen met
38-32 (schijf 43 kan dan nog ´naar rechts´) en dat was ruim voldoende voor remise geweest.

Gelukkig wist Egbert van Hattem de schade beperkt te houden tegen de makkelijk spelende Katrinus Posthumus die de eerste de beste
mogelijkheid benutte om met wit naar het aanvalsveld 24 te ruilen. Zwart probeerde constructief tot een omsingeling te komen, maar kwam zwaar in
de verdediging. Zeker toen hij werd verrast door wits 23.37-31. Opvangen mag dan niet vanwege een dam. Zwart zag niet beter dan de uitruil met de
witte voorpost op 24 (maar had in plaats van 24.14-19 ondanks alle combinaties toch nog 12-18 kunnen spelen, een mogelijkheid waar hij in
de partij naar had gezocht maar niet kon vinden). Egbert moest toezien hoe wit in de partij op zeer groot voordeel kwam, wat zo goed als zeker
ergens verzilverd had kunnen worden. Toch slaagde hij er zelfs na wits mooi gevonden en vervaarlijke offer 47.23-18 in om precies op tijd
alsnog naar dam te glippen.

De achterstand van Ons Eerste werd penibel toen Ruurd Wuestman verloor van Hendrik Veenstra. De ontwikkeling van de lange vleugel van Ruurd
bleef de hele partij om aandacht vragen. Na de twintigste zet leken de problemen onder controle, maar die staken in alle hevigheid de kop weer
op na enkele minder nauwkeurige opbouwzetten rond de 35e zet. De druk van wit werd te groot, waarna schijf- en partijverlies zich aandiende.

Jan Hendrik Kok voldeed aan de verwachtingen door Jorn Kruit te kloppen. Hoewel hij de combinatie die hij kon nemen op de 24e zet al had gezien,
twijfelde hij toch een poos want: kan wit de zwarte voorpost op 27 wel winnen? Jan Hendrik nam de goede beslissing, nam de combinatie en won
met geduldig spel de zwarte voorpost en daarna overtuigend de partij.

Joras Ferwerda beleefde een bange middag tegen Henk Jonker die zwart confronteerde met een theoretisch doolhof zonder duidelijke uitweg. Vol
overgave stortte Joras zich op het overleven van de vele valkuilen die hem bedreigden. Een doodeng ogende Bonnard-opstelling nam hij op de koop
toe. De (afgedwongen) dure dam die hij uiteindelijk kon nemen bleek in de praktijk wonderwel goed uit te pakken. In een moeilijk te overzien
afspel slaagde Joras er met de zwarte dam zo goed in de witte stukken te beteugelen dat hij nog winstkansen kreeg. Dat hij die niet wist te
pakken was gezien het voorgaande wel te begrijpen. Een puntendeling was het resultaat.

Jan Willem Hoeve en Jan Hoogterp speelden lange tijd een gelijk opgaande klassieke partij. Toch bouwde Jan Willem met wit zijn lange vleugel in
het gevorderde middenspel onvoorzichtig uit met 43.45-40. Zwart profiteerde op enkele momenten niet om met de krachtzet 8-12 zowel de
witte voorpost op 27 te bedreigen als onder omstandigheden om te schakelen tot een strategie tegen de verzakte korte vleugel. Ook hier
waren de Harderwijkers weer blij met een punt.

Gelukkig doen onze invallers het dit jaar zeer goed. Ton Eekelschot haalde de volle buit binnen tegen Erik Oppedijk die fris aanvallend
speelde met zwart. Maar op de 41e zet speelde hij onvoorzichtig 23-29. Ton zette terecht vol in op een snelle doorbraak door de lange vleugel
van wit. Ook zwart kwam op een dam, maar wit bereikte er twee. Met veel geduld won Ton de zwakste zwarte schijf en later een tweede. Hij stuurde
aan op een overmachtseindspel. Een fraaie overwinning die de hoop op een goede afloop weer nieuw leven inblies.

Ook invaller Aalt van der Kuilen kreeg in de tweede helft van zijn partij tegen Rudolf Smedinga ineens een goede kans. Met actief randspel
hield Aalt het centrumspel van zwart goed in bedwang. Zwart stootte na de vijftigste zet met 22-28 onvoorzichtig op in het centrum. In plaats
van de kroon op het werk te zetten met 58.37-31 speelde wit met schijf 27 en gaf zwart alsnog de kans te ontsnappen.

Een nog grotere onverwachte kans deed zich voor in de partij van Auke Steensma tegen NK-deelnemer van dit jaar: Gabriel Heerma. Auke ging de
hele partij aan de leiding en zette de witspeler onder druk met fris en kundig aanvalsspel. Op de 52e zet, toen alle schijven optimaal meededen
aan de aanval, resulteerde dit zelfs in een regelrechte blunder van wit. In plaats van het sterke spel definitief in winst om te zetten met een
twee-om-twee naar dam, speelde Auke positioneel verder. De computer geeft aan dat 58.9-13 ook nog sterk voordelig is voor zwart. Na de ruil
bereikten de spelers toch nog een gelijkwaardige remisestand.

De laatste partij tussen Gerben de Wit en Kees de Jong eindigde in remise, en daarmee ook de wedstrijd. In de partij stond zwart lange tijd
onder druk door een zwak opgebouwde lange vleugel. Maar net voor de veertigste zet kantelde het voordeel. Zwart vond actief spel tegen de
korte vleugel van wit van wie de speelvrijheid op de andere vleugel bovendien ingeperkt werd. Na moeilijk te berekenen offers en tegenoffers
na de vijftigste zet eindigde de partij in remise. Met 46.24-29 miste zwart waarschijnlijk zijn beste kans op winst.