er in Denksportcentrum Jannes van der Wal in Groningen hartstochtelijk
gedamd. Tot ver na vieren de einduitslag ongewis.
Ons Eerste begon goed met een verrassende winstpartij van Egbert van
Hattem op Bert Dollekamp. Nadat wit na een scherpe opening was opgerukt
naar het verre randveld 15, en zich ook nog op 29 nestelde, ontspon zich
een felle strijd om het centrum. Die werd uitiendelijk gewonnen door de
zwartspeler (die misschien nòg beter: 30. 9-13 en op de volgende zet 2-7
had kunnen spelen). Zwart stootte krachtig door met 22-28. In het nauw
gedreven beet wit vanaf de veertigste zet niet meer voldoende van zich
af. Een tweede ruil terug van aanvalsschijf 28 betekende groot nadeel
voor de witspeler die bovendien een klein zetje over het hoofd zag.
Daardoor was het snel uit.
DCH bleef ook in de volgende drie partijen aan de goede kant van de
score. Auke Steensma bevrijdde zich vlot uit de onvoltooide hekstelling
van Floris Tol (11.12-18 leek steviger, al lijkt ook dan een
vereenvoudiging onvermijdelijk). Wit liet er vervolgens geen gras over
groeien en zette vol in op de aanval. Zwart was wat te snel met 17-22 om
het echt spannend te maken, en werd door wit teruggedrongen. De spelers
gaven elkaar daarna geen duimbreed toe: 1-1.
Het duurde een flinke tijd voordat er weer een uitslag op het scorebord
verscheen. En dat was wederom een heel gunstige voor DCH. Gerwin van der
Meer scoorde een diepblauwe uitslag door Michiel Kroesbergen een punt
afhandig te maken. Hij speelde met wit een gedurfde centrumaanval via 23
en posteerde op de 19e zet een schijf op 24 ernaast, zonder angst voor
een tijdelijk schijfje verlies. In het vervolg, na een 2-om-2 ruil, kwam
de witte stelling op de korte vleugel echter onder grote druk. Zoals Jan
Hendrik Kok via de mail in zijn analyseopmerkingen aangaf, was 24.
47-41, 48-43 en 24-19 met twee-om-twee een gedurfd maar waarschijnlijk
prima alternatief geweest. In de partij was het overleven geblazen, en
dat deed wit zo goed mogelijk met actieve aanvulling van het centrum.
Maar Gerwin kon niet voorkomen dat zwart een doorbraak naar dam maakte
op de 43e zet (waar hij objectief gezien nog beter even had kunnen
wachten via 1621). In het afspel legde Gerwin grote koelbloedigheid aan
de dag en speelde de partij met een paar rake klappen naar remise toe.
De hele en halve voordeelpunten van Ons Eerste werden door Gert-Jan
Hoeve in een klinkende 6-2 voorsprong omgezet door zijn overtuigende
winst op Bert de Jong. De zwartspeler kwam al snel in de verdediging
terecht en miste bovendien al vroeg de schijf op 3. Die was nodig om
zijn zwakke lange vleugel te steunen. Wit speelde aanvallend en toen
zwart toch de klassieke structuren moest opzoeken, was het te laat. Wit
ruilde zich er sterk uit en richtte zijn pijlen beslissend op het
centrum en de lange vleugel van zwart. De weg naar winst lag zeker niet
voor de hand, maar wit deed het superhandig en won met overmacht.
De bijdrage van de familie Hoeve bleef bij twee punten omdat de
hekstellingpartij van Jan Willem Hoeve tegen Danny Staal uit de hand
liep. Wit kon zich na de opening niet lekker uit de hekstelling
bevrijden (14.42-37 was waarschijnlijk beter geweest) en ruilde later de
schijf op 22, en daarmee zijn aanknopingspunt, af. Nu kon zwart in een
mooie strategie hekstelling en dreiging van kettingstelling combineren.
Ruurd Wuestman koos een flankaanval tegen Jakob Pronk die het de
zwartspeler aanvankelijk niet heel moeilijk wist te maken. De zwarte
voorpost werd dan ook afgeruild. Toch kwam wit sterk opzetten in het
centrum, waarna een wonderlijke switch volgde: zwart bezette veld 38,
middenin vijandelijk gebied en maakte tijdelijk gebruik van enkele
kleine zetjes. Zwart had op de 45e zet met 18-23 het voordeel zelfs naar
zich toe kunnen trekken, maar speelde even te passief. Toch kwam de
remise niet echt in gevaar.
Kees de Jong begon een beetje wiebelig aan zijn partij tegen Owen
Donkers, maar speelde als vanouds een sterke tweede helft. Na het
ongelukkig opspelen van de kroonschijf verslikte wit zich met 38.33-29.
Met de schijnbaar rustige zet 11-16 loerde zwart op een omklemming of
doorbraak van wits lange vleugel. Enigszins in paniek ging wit te vroeg
naar het centrum, en liet een dodelijke twee-om-twee voor zwart toe. Er
volgt altijd schijfwinst of doorbraak naar dam.
Ondanks de riante voorsprong, was de situatie op de overige drie borden
zeer zorgwekkend voor de Harderwijkers. Er was weinig zicht op een
tiende laat staan elfde punt. Joras Ferwerda was de eerste die bezweek
onder het nadeel. Vlak na de opening had hij beter op een halve
hekstelling kunnen aansturen (of een twee-om-twee door wit naar 15), dan
passief terug te ruilen. Toch weerstond zwart de witte aanvalsdrift en
kwam er een klassieke stelling op het bord. Maar de varianten waren
moeilijk. 41.12-18 was een goede zet geweest, maar zwart koos voor 21-26
en ging na 45.12-18 een moeilijk eindspel tegemoet. Hier was juist 12-17
goed op z’n plaats geweest. Een late, ingewikkelde remisekans was nog
51.19-23 geweest.
Ook Fred Elgersma verloor, na een spannende flank-centrumpartij. Op de
27e zet had zwart ook koelbloedig naar voren kunnen ruilen in plaats van
naar achteren, zonder angst voor 25-20. Echt fout was pas zwarts 30e
zet: 2-8? Wit dwong vervolgens zeer fraai schijfwinst af. Zwart kwam in
zetnood en moest wel offeren (wachten met 11-16 en 4-10 helpt niet omdat
wit ook wacht met 46-41 en 49-44). Wit speelde de partij daarna zeer
gedecideerd naar winst.
Bij een gelijke scorebord-stand zat Jan Hendrik Kok nog te zweten op een
zo goed als verloren eindstand tegen Jan van Meggelen. Eerder in de
partij, rond de 26e zet, had de wederzijdse vleugelcontrole van zwart
bij Jan Hendrik voor de nodige hoofdbrekens gezorgd. Helemaal lekker
kwam wit er niet uit. Wit brak gedurfd uit met 27-22, gebruik makend van
enkele kleine combinaties, maar zwart kwam zeer gevaarlijk opzetten. Na
38.43-38 forceerde zwart fraai, en wikkelde slim af met een sterke
schijf op 32 tot gevolg en een reddeloze stelling voor wit op de korte
vleugel. Toch gaf zwart het royaal gewonnen eindspel nog uit handen. In
plaats van 55.8-13 speelde zwart onvoorzichting 34-40? Jan Hendrik had
de moed nog niet opgegeven en had dit buitenkansje al gezien. Hij haalde
dam en speelde naar een stand toe waarbij zwart drie schijven op de
tric-trac lijn kreeg. Dit leidde tot een onvermijdelijke herhaling van
zetten zou leiden. Fraai! De Harderwijkers gingen met 10-10 door het
fraaie sneeuw- en vorstlandschap terug naar huis.