Hoe het toch nog goed kwam: DCH 1 promoveert weer naar Hoofdklasse.

De dammers van DCH 1 was het bij de teambespreking vooraf goed
ingepeperd: het gaat spannend worden tegen het op papier sterkere team
van DC Lent. Wat er ook gebeurt, blijf ervoor gaan!

Daar was niks teveel aan gezegd. Bovendien ging het allemaal veel anders
dan de scenario’s die je vooraf kon bedenken. Hoofd opstelling, Kees de
Jong, was vooraf gematigd optimistisch over de paring zoals die uit de
hoge hoed was gekomen: alle gevaren (uitslag 0 of 1 punt) en kansen
(uitslag 1 of 2 punten) bij elkaar optellend, zouden we een goede kans
moeten maken. Maar al snel bleek dat die logica in dit beladen duel
onder hoogspanning niet opging.

De wedstrijd begon rustig met twee remises. Joras Ferwerda hield het
spel overzichtelijk tegen Joppe Lemmen, en Henry Offenga slaagde er niet
in constructieve kansen te creëren tegen de degelijke Eep van Maanen.

Daarna zorgde Lent-speler voor een pijnlijke verrassing. Hij strafte een
grote fout van captain Niek Kuijvenhoven af en doorbrak daarmee alle
gunstige scenario’s voor de Harderwijkers.

Vervolgens speelde Gerwin van der Meer met wit in een spannende
Roozenburg-partij remise tegen Willem van den Berg. De zwartspeler
slaagde er niet in de kwetsbaar ogende voorpost van Gerwin serieus te
bedreigen, en het leek er even op dat de partij zou gaan kantelen in
wits voordeel. Maar de zwartspeler maakte ruim op tijd handig gebruik
van de meerslagregel met een gelijkwaardige remise als resultaat.

Nadat René Schaafsma zijn meerdere moest erkennen tegen de uiterst
geconcentreerd spelende en sterke Gert van Willigen, zag het er wel erg
somber uit voor de toeschouwers van Harderwijk die één voor één
binnendruppelden. Vaste speler van het eerste, Jaap van de Werfhorst,
had zijn plek in deze promotiewedstrijd afgestaan aan Henry Offenga. Tot
grote waardering van zijn teamgenoten was hij er vanaf het allereerste
begin bij om iedereen aan te moedigen al voordat ze de arena betraden.
Het toeschouwen viel Jaap zwaarder dan het spelen, zei hij na afloop
grappend. In de elf competitiewedstrijden had Jaap een prima score van
14 punten bij elkaar gespeeld, en zo een grote bijdrage geleverd aan de
tweede plaats in de Eerste Klasse A.

Twee overwinningen uit vijf partijen waren nog nodig om een
sneldam-barrage af te dwingen. De hoop daartoe werd levend gehouden door Kees de Jong en Ruurd Wuestman. De Jong hield de aanvalsdrift van 1300+ speler Maarten Nas in toom. Kees liet de zwartspeler te gemakkelijk in de aanval komen. Met de nodige ruilacties in combinatie met een paar
handig getimede tempozetjes, redde de witspeler het uiteindelijk
overtuigend.

Ruurd Wuestman volgde het goede voorbeeld door Steven Wijker (bijna 1400 rating) miraculeus op remise te houden. Ruurd scoorde zijn zoveelste
blauwe uitslag van het seizoen. Hij gaf daarmee een vervolg aan de
ongekende seizoensprestatierating (van 1365) tijdens de competitie.
Tegen Wijker viel Ruurd wel goed aan maar hij vluchtte met zwart toch
naar het randveld 36. Het werd een hachelijke stand omdat aan de andere
bordhelft wit de positie beheerste. In het diepe eindspel, in een drie
om drie, gaf Ruurd twee schijven weg om met zijn schijf op 9 tussen alle
linies door precies op tijd de damlijn te bereiken. Wijker probeerde het
drie om één dammeneindspel nog te winnen maar dat lukte natuurlijk niet.

Terwijl bijna niemand meer op een wonder rekende, gebeurde dit toch. Het
sprankje hoop werd flink aangewakkerd toen Jan Willem Hoeve won van Rob Everts. Die had de partij met fris aanvalsspel beheerst, en leek in een
zeven om zeven stand de winst voor het oprapen te hebben. De witspeler
vergiste zich echter en beide spelers braken met een bord vol schijven
door, na een handig tijdelijk offertje van Jan Willem. Dit bracht de
witspeler alsnog aan het wankelen. Hij liet zijn dam afnemen en Jan
Willem liet zijn dam vervolgens goed z’n werk doen. Daarmee kwam de
tussenstand op: 7-9.

Op de borden 9 en 10 streden Jan Hendrik Kok en Egbert van Hattem toen
nog om de laatste vier wedstrijdpunten. Jan Hendrik speelde de mooiste
partij van de dag en leek geen last te hebben van de zenuwen. Hij kreeg
zijn favoriete opening op het bord. Jan Hendrik kent de
openingsvarianten in de Roozenburg als geen ander, maar merkte dat ook
tegenstander Jan Jacobs daar goed van op de hoogte was. Er volgde een
Drost-variant plus het bekende tegenoffer. De witspeler beschermde zijn
verre voorpost sterk en streefde naar verdere ondersteuning van de
aanval. Dat lukte. Jan Hendrik speelde daarbij zeer nauwkeurig waarbij
hij bijna al zijn beschikbare tijd investeerde in het juiste tempo bij
een ruil. Even leek hij tegen een reglementaire nederlaag aan te lopen
toen de klok geen minuut bijtelde, en de luttele seconden wegtikten.
Gelukkig kon dit voorval in goed overleg worden opgelost. Met vaste hand
speelde Jan Hendrik de stelling vervolgens naar winst: 9-9.

Voor de wedstrijd had teamgenoot Fred Elgersma vanuit Japan – waar hij
op zakenreis was – de speler alvast extra sterkte gewenst die bij de
stand van 9-9 nog achter het bord zou zitten. Dat was Egbert van Hattem
die tegen Chris Roeleven in een vol eindspel was verwikkeld, met grote
winstkansen voor de Harderwijkse zwartspeler. Die had een aantal zetten
daarvoor remise aangeboden nadat hij erg was geschrokken dat hij niet
meer snel tot hergroepering van zijn centrum kon komen. In de partij
bleek dat euvel minder erg dan het leek. In een klassieke stand speelde
zwart schijf 4 rustig richting 24 waarna de logge witte vleugel toch
zwakker bleek dan de zwarte ontwikkelingsvoorsprong. Wit betrad het
kerkhofveld op een moment dat de omstandigheden daarvoo niet erg
florisant waren. Wit moest zwaar offeren om door te breken. De
zwartspeler gaf de witspeler daarbij nog een extra mogelijkheid tot
slaan omdat hij wel geloofde in het afspel en hij zijn tegenstander aan
het denken wilde houden. Het eindspel dat ontstond kwam er allengs beter
uit te zien voor zwart. Eerst kon Egbert gratis een extra schijf oprapen
omdat wit geen dam mocht halen op straffe van damvangst. Het materiële
voordeel van zwart was groot maar zijn schijvenblok stond midden op het
bord. Zwart maakte een paar keer handig gebruik van de meerslagregel en
kwam telkens weer een stapje verder. En toen was het ineens afgelopen.
Wit wilde de losgespeelde zwarte stukken met de dam bedreigen maar had
niet gezien dat zwart zijn dam kon offeren om dan ook de witte af te
pakken. Wit kon nog doorlopen maar het was uit. Zwart kon wit
teruggooien was veel sneller weer op dam. De zwartspeler kon een
stormvloed van felicitaties in ontvangst nemen, en DCH 1 was
gepromoveerd.