Zo was Jaap van de Werfhorst niet opgewassen tegen Marcel Janssen die een knappe technische overwinning (links naar toernooibase in blauw) boekte. De witspeler bouwde mooi flexibel op, en de snelle ruil 19-23 gevolgd door 8-12 was al een beetje ‘scheef’. Om het wit wat lastiger te maken was eerst 11.7-12 handiger geweest. Maar de 16e zet (5-10?) was teveel van het goede. Wit profiteerde van de hangschijf met een sterke aanval door het midden.
Bepaald wild en romantisch was de partijopzet van Fred Elgersma tegen Emiel Leijser te noemen. Het zwarte blok op de lange vleugel kan mooie switches opleveren, en was door de ‘schone’ lange lijn misschien best speelbaar. Toen ook wit een opsluiting toeliet aan de andere bordrand, leek de stand weer aardig in evenwicht. Ook had zwart een flitsende combinatie kunnen afdwingen op de 39e zet (door 3-9 te spelen). In de partij wachtte zwart te lang met de achterloop 13-18. De zwakke zet 40.7-11 kwam Fred helaas niet meer te boven.
Kees de Jong boekte een dijk van een overwinning op Joost Hendriksen. De partij ging lang mooi gelijk op, waarbij zwart licht initiatief leek te hebben. Dat kantelde echter toen Hendriksen met 12-17 op de 39e zet een veel te grote wissel trok op zijn stand. (39.21-27 was hier beter geweest met een goed houdbare stand.) In het vervolg houdt wit met twee schijven er drie vast en kreeg steeds groter, en uiteindelijk beslissend, voordeel.
Een prachtige partij speelden ook René Schaafsma en Fleur Kruysmulder. De zwartspeelster is duidelijk van de Huissense school en kwam tot een gezonde flankcentrum-aanval. Maar het was mooi om te zien hoe wit langzaam maar zeker grip kreeg en omsingelend stevig te werk ging. Na de dertigste zet ontspon zich een spannende strijd. Toch kwam de zwartspeelster als overwinnaar uit de bus omdat wit op de 40e zet een verkeerde keuze maakte. In plaats van 50-44 had 27-21 gemoeten (of eerst 4034). Zwart doet er dan waarschijnlijk het beste aan om met 22-27 de terugtocht te aanvaarden.
Auke Steensma kwam tegen Rob Schrooten duidelijk als overwinnaar uit de opening waarbij de strijd om het centrum centraal stond. Wit bleef de confrontatie zoeken en hield de stand spannend en koos niet voor terugruil-varianten met 36-31-27. Heel anders had de partij kunnen gaan als wit na 40.16-21 verder op avontuur was gegaan met 42-37. Dan had wit sterk kunnen aandringen. In de partij verslikte Auke zich op de 45e zet in een combinatie en verloor zelfs nog.
Ruurd Wuestman liet in zijn partij tegen grootmeester Geert van Aalten gedurfd een damzet toe welke hij zeker kon afnemen. Toch nam de zwartspeler de combinatie wat resulteerde in een wat prettiger stand voor zwart. 13 41-36 verdient daarom de voorkeur. Het leek allemaal nog wel mee te vallen. Wit kan zijn schijven op de lange vleugel goed gebruiken en daarom is de hergroepering met 38-32 zeker logisch. In het vervolg wachtte wit te lang met 30-24. In de partij werd de druk op de lange vleugel wit toch te machtig.
Gerwin van der Meer had het aanvankelijk moeilijk tegen het gezonde flankspel van de geroutineerde witspeler Theo Berends en stuurde met 22.2-7 op een ruiltje aan. Een goede keuze, naar later bleek. Wit speelde met 31.38-32 een ondoordachte zet en liep tegen schijfverlies aan, ver in de witte gelederen. Zwart wist de schijfwinst niet te houden. In plaats van 35.8-13 was 4-9 een secure zet geweest om een schijf voor te blijven. Als wit daarna veld 29 bezet volgt sterk 14-20. Ook de geinige zet 39.14-19 was kansrijk geweest. In de partij kwam wit langszij en maakte remise.
Een uitstekende invalbeurt was er weer van Ton Eekelschot die de sterke Jan van Loenen op remise hield. Wit kwam in de partij sterk opzetten. Zwart had met de fraaie zet 25.6-11 de witte opbouw sterk kunnen storen. Er zitten dan veel vervelende combinaties in voor wit die royaal gebruik kan maken van de mogelijkheden van de Coup Philippe via 18-23. Grappig is ook dat op het antwoord 28-23 sterk 10-14 kan, met combinatiedruk op veld 27. In de partij kwam wit gevaarlijk opzetten maar zwart speelde stoïcijns tegen. Ton wist de witte aanvalsdrift voldoende te beteugelen en kwam met tegenwicht via de velden 21 en 22, en maakte later op deze vleugel handig gebruik van zijn formaties.
Een zeer spannend verloop had de partij tussen Jan Hendrik Kok en de jeugdige Willem Hoek. De schijven op 16 en 11 stonden niet fraai, en wit vond het mooie 25.29-24 om hier zo lang mogelijk van te profiteren. Maar het vervolg met 47-41 was niet al te best. De gedurfde (en doodenge) zet 32.35-30 moest er aan te pas komen om de schade nog binnen de perken te houden en de remise binnen te slepen.
Jan Willem Hoeve had het lastig tegen de sterke Dirk Joosten. De witte aanval liep goed, maar toch bleef zwart lang goed in de strijd. Over de timing van 23-28 (op zet 28) kunnen de meningen verschillen. Inderdaad hergroepeert wit zich goed en blijft zwart met het vraagstuk van de schijven op 6 en 11 zitten. Zwart had op zet 28 ook een dam kunnen nemen die begint met 17-21. Dit resulteert in een remisestand, maar vergt wel veel van het voorstellingsvermogen. Op de 39e zet was een terugruiltje met 14-20 aanzienlijk overzichtelijker geweest voor zwart. In de partij wordt de situatie voor zwart hachelijk. Met 50.33-29 had wit beslissend voordeel kunnen behalen, en ook 53.34-29 lijkt beslissend. Met behulp van de poot 16,21,27 sleepte zwart toch nog een remise binnen boord, en werd de eindstand bepaald op 14-6.