In laatste ronde toch nog winst

Ons Eerste speelde zaterdag 2 maart 2024 voorlopig de laatste wedstrijd in de Hoofdklasse. Er werd netjes gewonnen van hekkensluiter ADG wat de feestvreugde tijdens het etentje ’s avonds zeker ten goede kwam. Volgend jaar speelt Ons Eerste in de versterkte Eerste Klasse, met acht spelers en tien teams.

De wedstrijd begon met een mooie meevaller. Ruurd Wuestman kon de voorpost van tegenstander Ton van der Ploeg oprapen door vijf keer achter elkaar op te lopen. Na de schijfwinst sleepte Ruurd ook de partijwinst overtuigend binnen.

Al even geruisloos ging de partij tussen Egbert van Hattem en Wim Martin. De zwartspeler maakte er na de partij geen geheim van dat hij meer zin had om op tijd naar de Formule 1 race te kijken dan een partij te dammen. Toch kwam Egbert met wit gemakkelijker en mooier te staan, maar de zwartspeler wist de verdediging goed te organiseren. In plaats van de remise te accepteren had wit best nog even kunnen aandringen omdat zwart na de laatste zet (13-18) toch een schijf aan zijn lange vleugel moest onttrekken. Een opmars naar 24 kan in sommige varianten voordelig uitpakken, maar veel stelt het niet voor. Jammer was wel dat de witspeler niet zag wat Jan Hendrik thuis wel zag. Met 42.32-27 en 43.41-36 (en vervolgens een combinatie met 15-20 en 37-32) had wit zwart flink kunnen laten schrikken. Zwart moet goed slaan (niet naar dam!) maar had dan waarschijnlijk toch nog een spannende dammiddag  beleefd.

Een tweede winstpartij volgde al snel. Karel Hammacher zette zijn partij
tegen Fred Elgersma gedurfd op, maar twijfelde een aantal momenten hoe hij het beste verder kon spelen. In plaats van een stevig centrum te
pakken (en een hekstelling toe te laten), ruilde hij toch naar veld 27 en ging een Roozenburg-stelling aan. Fred toonde overtuigend aan dat dat (met het ontbreken van schijf 49) teveel vergde van de witte stand. Na een spannend middenspel bleek de witte lange vleugel de beslissende zwakte te zijn.

Henry Offenga speelde een enigszins wonderlijke partij tegen Hans Mulder waarbij beide spelers schijnbewegingen maakten, maar toch telkens de terugtocht aanvaardden. Blijkbaar was Henry allang blij dat zijn tegenstander remise aanbood na een poosje iets minder te hebben gestaan. Maar de zwarte stand mooi bijgetrokken en Henry had veilig op winst kunnen blijven spelen. De nieuwe terugtocht die wit in gedachten had, levert hem namelijk wel een enigszins passieve stand op. Maar gezien de stand op het scorebord, was de remise een prima uitslag.

Kees de Jong sloot zijn seizoen uitstekend af door de sterke Ton Bollebakker te verslaan. Wit begon wat passief en kwam aanvankelijk niet tot het gewenste aanvalsspel. Maar na een paar weifelende zetten van zwart stond er dan toch een uitstekende witte voorpost op 24 zonder dat zwart veld 2 bezet hield. Zwart ging stijlvol omsingelend te werk, maar kon geen vat krijgen op de witte stelling. Door de opgeloste schijf op 36 had wit een schijfje extra in het centrum. Met de sterke opmars van 38 naar 28 toonde wit zijn strategische gelijk aan en combinatief zit de zwarte stand ook niet goed in elkaar. Deze maakte op de 38e zet pardoes een flinke blunder en verloor kansloos. 38.14-19 lijkt gedwongen, maar ook dan wacht de zwartspeler een zware verdediging.

Ondanks de veelbelovende openingszetten kwam de partij tussen Jan de
Ruiter en Gerwin van der Meer in rustig vaarwater terecht. Het witte
centrum ziet er rond de 32e zet niet solide uit. Misschien had een
omsingelende actie met 32.12-18 wit voor problemen kunnen plaatsen. De reactie 33.36-31 ziet er in ieder geval gevaarlijk uit, vanwege allerlei
combinaties en omsingelingskansen. Ook een vlucht naar voren (met 45-40 en 28-23) vergt de nodige nauwkeurigheid. Na 32.1319 breekt wit zich
goed vrij met 33.3227. Toch trad wit niet doortastend genoeg op en kreeg
last van zijn hangende schijf op 45. Met de krachtzet 41.24-29 kwam
zwart gevaarlijk opzetten. Jammer genoeg voor Gerwin sloeg de aanval
niet door waardoor hij zijn laatste partij voor DCH – volgend jaar
speelt hij voor Witte van Moort – net niet winnend afsluiten. De computer is vaak voorstander van meteen voortvarend te werk gaan en
beveelt 47.1924 aan.

Joras Ferwerda bereikte een lekker centrumstandje tegen Nico Kruijswijk die zijn verdedigende resources echter volledig uitbuitte door
gegroepeerd te blijven spelen. Wit bereikte optisch groot voordeel, en
een flinke voorsprong in tempi. Dat zwart wist wat hij deed, bleek uit
zijn fraaie zet 46.4-10 waarmee hij zijn formaties het werk laat doen.
Knarsetandend moest wit in remise berusten.

Jan Hendrik slaagde erin om zwartspeler Bryan Bank onder druk te zetten in een Roozenburg-achtige stand. Maar net toen hij dacht dat hij op de 24e zet met 34-29 een schijf kon gaan winnen, speelden tegencombinaties hem ernstig parten. De ruil die wel volgde bleek juist zwart makkelijker spel te geven. Zwart speelde in het vervolg een puike partij en durfde (ondanks een combinatie) toch sterk 40.21-27 te spelen. In de partij slaagde Jan Hendrik er met de nodige moeite in de remisegrenzen te bewaken.

René Schaafsma speelde op de vierde zet verrassend 42-37 tegen de sterke Cees Strooper waarna zich een spannend gevecht ontspon met wisselende spelbeelden. Op de 34e zet nam zwart al te voortvarend een voorpost op het kerkhofveld in. Het was daardoor dat juist wit tot een ijzersterke inval kon komen op veld 24. Wit dook op zijn beurt richting 16, maar had op de 40e zet met 4540 of 3934 ook goede wachtzetten. Mocht zwart dan de twee-om-twee ruil nemen dan volgen zeer gevaarlijke varianten voor zwart, die last krijgt van wits 1611. Moeilijk te berekenen, zeker omdat zwart ook na 2721 lastige keuzen moet maken hoe hij naar het centrum gaat. De witte omsingeling draait op volle toeren. Hoewel logisch bleek 2228 niet de goede keus voor zwart, die een schijf offerde en voor troebele tegenkansen koos. Het was spijtig om te zien dat René zijn fraaie spel niet wist te bekronen. In plaats van 14-10 was damhalen richting veld 3 handig uit geweest. Ook met 62.10-4 had wit de genadeklap nog kunnen uitdelen.

Auke Steensma kwam met zwart tot goed spel. Tegenstander Harry de Waard liet gedurfd een hekstelling toe en ging naar het kerkhofveld voor
bevrijding daar uit. Dit leverde voor zwart wel uitstekende omsingelingskansen op: één van de twee voorposten kan zwart altijd
actief omsingelend ruilen. Op de 31e zet had zwart verrassend vroeg de
partij kunnen beslissen met 1822 en schijfwinst. In de partij kwam zwart
niet meer tot grote kansen en kwam in grote moeilijkheden. De opmars van 7 naar 17 en dan pas 2024 is te passief. In de partij slaagde Auke er in
om met slim kunst en vliegwerk de remise veilig te stellen en de
eindstand op 13-7 te bepalen.