Ons eerste maatje te klein tegen Lunteren

In de thuiswedstrijd tegen DES Lunteren – vorig jaar uit de Ereklasse gedegradeerd – kwam Ons Eerste er niet aan te pas. Het niveauverschil was op sommige borden te groot, en er werden te weinig tegenkansen gecreëerd.

Al snel in de wedstrijd kwamen de Harderwijkers achter. Joras Ferwerda probeerde met rustig en overzichtelijk spel topspeler Henk Klarenbeek van zich af te houden, maar wiegde vooral zichzelf in slaap. Hij trapte in een te eenvoudig zetje.

Jan-Hendrik Kok hield het team in de race door 1200+ speler Paul Wijninga te verslaan. In een spannende klassieke stand vond zwartspeler Wijninga het sterke 21.12-17 waardoor wit niet ten aanval kon trekken via het kerkhofveld. Ook 27.17-21 (waardoor wit schijf 46 moet spelen) en twee zetten later 23-29 zagen er goed uit. Wit moest tegen zijn zin 28-22 wel spelen. Jan Hendrik bleef geconcentreerd in deze complexe stand, en op de 35e zet ging de zwartspeler in de fout. Met het
verrassende 26-21 kan zwart op twee manieren twee schijven slaan, maar beide mogelijkheden falen. Eerst 9-14 was goed geweest.

Fred Elgersma ging voortvarend van start tegen Arjen Timmer. Op de tiende zet had zwart een rustige terugruil kunnen nemen maar Fred koos ervoor scherp verder te spelen. Maar de opbouw met 5-10 (opkomen met 6 was geboden) en zeker 12-17 was teveel van het goede. Met een paar rake
zetten kwam de zwarte stand in de knel, terwijl wit in de actieve omsingeling flexibele zetten kon blijven spelen. Met een bord vol schijven moest Fred offeren, en verloor de partij kansloos.

Ruurd Wuestman zocht na een rustig begin met zwart de spanningen op tegen Johan Top. Dat was niet zonder risico. In plaats van de twee-om-twee terugruil op de 26e zet had wit ook de handige zet 45-40 kunnen spelen. Dan had Ruurd wel 18-23 moeten antwoorden (door verschillende dreigingen), en had de stand er na 31-27×27 een heel ander aanzien gekregen. Vooral met kansen voor wit. Maar dat vergde wel het nodige aan inzicht en durf. In de partij kwam Ruurd met zwart nog tot een voorzichtige aanval maar winstkansen leverde het niet op. Er werd dan ook vroeg tot een puntendeling besloten.

Henry Offenga liet een goed resultaat noteren door Ronald van de Beek op remise te houden. Wit besloot in een laat stadium van de partij om de zwarte aanval af te breken met ruilacties. Maar de zwartspeler volhardde en kwam zet na zet beter in de aanval. De stand zag er gevaarlijk uit voor wit. Toch eindigde de partij nog voor de vijftigste zet in remise omdat Henry met wit zeer handig gebruik maakte van de tegenacties die hem ter beschikking stonden.

Ook Auke Steensma kwam in zijn partij tegen Coen Bommel langzaam maar zeker onder druk te staan, in een totaal andere partij waarbij wit telkens de randen opzocht maar niet tot actief tegenspel kwam. Het zwarte overwicht was groot, maar realisatie niet eenvoudig. Coen haalde met 46.13-19 een tegenactie naar veld 10 eruit, maar had die misschien ook kunnen toelaten met 18-23. De zwarte aanval lijkt dan zeer gevaarlijke vormen aan te nemen. Zwart kreeg weer een beetje grip en kon
met een klein offertje (50.35-30) de remise veiligstellen. Op dat moment – zo liet uw analysator Jan Hendrik Kok zien – had wit met 34-30 nog een speldenprik kunnen uitdelen: 10-15 is dan gevaarlijk, maar 23-29 ruim voldoende voor remise.

Egbert van Hattem haalde een goede remise tegen Erwin van Hierden die met wit veld 15 opzocht. In de lastig te doorgronden opbouwfase koos zwart voor enige controle op de korte vleugel bij wit, en streefde constant een gezonde centrumstand na. De witspeler was creatief en liet een 3-om-3 ruil toe, waarna zwart met enkele opbouwproblemen te kampen had. Egbert draalde echter niet en besloot tegelijkertijd actief en flexibel te spelen. Dat leidde in de partij tot een licht voordelige stand. Misschien had zwart nog nauwkeuriger kunnen spelen, maar in de partij werd het gelijkwaardig remise.

Jan Willem Hoeve slaagde er lange tijd goed in om met actief randspel de aanvalsgolven van Arjan van Galen binnen de perken te houden. Toch kwam de witspeler met een lange termijn strategie richting eindspel nog verrassend ver. In deze fase van het spel is Jan Willem tegen sterke tegenstanders meestal goed op zijn hoede. Ook nu kon hij met een handigheid de remise op de 62e zet veiligstellen.

De hoop op een kleine stunt was ondertussen al vervlogen. Kees de Jong zocht met zwart al heel snel de rand op. Tegenstander Stijn Overeem toonde zich strategisch de beste door vanuit het steunpunt op 27 de zwarte stand onder druk te houden. Kees kwam dan ook zwaar in de verdediging. Op de 39e zet wist zwart geen tegenacties meer te verzinnen tegen het sterke witte steunpunt op 27. Wit won overtuigend.

Gerwin van der Meer verloor kansloos, tegen Peter Hoogteijling. De zwartspeler kwam tot een schone centrumaanval en rondde het vlekkeloos af. Een leerzame partij om na te spelen. Eindstand: 7-13.