Geen uitgespeelde kansen tegen 020: 8-12 verlies

In de eerste wedstrijd van 2023 hield Ons Eerste lange tijd stand tegen
het sterke hoofdstedelijke team 020. Maar door kleine fouten en een
enkele gemiste kans kwam een gelijkspel of een overwinning geen moment
in beeld. Einduitslag 8-12.

Het eerste punt voor Harderwijk kwam van Egbert van Hattem. Hij hield
Johan Capelle, die bouwde aan een solide centrum, goed onder controle.
Een klein schijnoffertje haalde de spanning uit de stand en dwong wit om
een net iets decentrale zet te spelen. In het vervolg had zwart (op de
34e zet) misschien beter het inmiddels overgenomen centrum kunnen
handhaven. Maar ook na een terugruiltje zag de witspeler van verdere
winstpogingen af: 1-1.

Jan Willem Hoeve speelde met zwart gedurfd en brutaal tegen Kenny Kroon.
De witspeler ruilde zich echter vrij, met een stevig centrum, maar
nogmaals ging zwart vol voor de bezetting van veld 27 bij het ontbreken
van een witte schijf op 49. Zwart speelde op de 38e en 41e zet te
passief en wit kwam gevaarlijk ver door het centrum opzetten. Gelukkig
voor Jan Willem verspeelde wit het voordeel door een verrassende maar
dure damcombinatie toch toe te laten. Het leverde geen winstkansen op.
Na 48. 42-37 had zwart zeer nauwkeurig moeten spelen voor remise.

De partij tussen Ruurd Wuestman en grootmeester Johan Bastiannet ging
gelijk op, waarbij zwartspeler Ruurd zich niet van het centrum weg liet
drukken. Even leek zwart met een achtergebleven schijf op 15 te komen,
maar actief bezette hij toch veld 24. De partij kantelde na een offer
van wit met dreigende doorbraak, juist de kant op van zwart. Maar genoeg
voor winst was het niet. Evengoed een prachtige prestatie van Ruurd.

Henry Offenga speelde een ijzersterke partij tegen Frank Pasman en had
de Harderwijkers halverwege op voorsprong kunnen zetten. Vanuit een
klassieke stand, nam Henry de zwarte stand in de klem met een
gevaarlijke opstoot: 27-22. Zwart moest wel meedoen maar zijn voorpost
was een stuk minder solide. Met kunst en vliegwerk brak ook de
zwartspeler door. De witspeler speelde slim naar een eindspel toe door
een verrassende slagkeus te nemen en de ver opgedrongen zwarte schijf
(die naar tweede dam wilde) op te rapen. In plaats van 54.30-24 was
30-25 waarschijnlijk goed voor winst geweest.

Gerwin van der Meer speelde wederom remise tegen een veel hoger
gerateerde tegenstander, in dit geval Johan Wiering. Vooral rond de
twintigste zet speelde wit sterk. In plaats van een voor de hand
liggende snelle ontwikkeling van de lange vleugel, hield hij de
ontwikkel- en ruilopties open en bouwde rustig aan een sterk centrum.
Zwart ruilde de voorpost maar de witte stand stond al klaar voor een
nieuwe verovering, ditmaal van veld 23. Een gelijkwaardige remise was
het knappe resultaat.

Des te jammerder was het dat Jan Hendrik Kok niet tot winst kwam tegen
John Stins. De zwartspeler liet een korte vleugel opsluiting toe, maar
had goed gezien dat hij zich daaruit kon bevrijden. Na een klassiek
intermezzo restte wit niet veel anders dan een – in dit geval – veilige
vlucht naar het kerkhofveld. In vliegende tijdnood deed wit nog een
flitsende winstpoging met 45.34-29. Inderdaad is 22-27 dan gevaarlijk –
zoals Jan Hendrik had gezien, en op had gehoopt – maar zwart speelde
zonder blikken of blozen direct 15-20. Logischerwijze ging wit voor de
gunstige afwikkeling, maar hij had beter kunnen wachten met het fraaie
en dodelijke 46.37-31. In de partij moest wit vlotter dan gedacht in
remise berusten.

Auke Steensma speelde remise tegen Marco de Koning in een interessant
treffen waarbij het spel via klassieke structuren liep, zonder groot
voordeel voor één van beide spelers. Maar het eindspel was voor de
Amsterdammers die alsnog verwoestend uithaalden. Halve NK finalist Rob
Geurtsen bleek toch een maatje te groot voor Joras Ferwerda. Van groot
krachtsverschil was tot de veertigste zet niet veel te zien. Wel had
zwart wit de gelegenheid gegeven met een Ghestem-doorstoot te komen (35.
8-12 was een belangrijk alternatief), maar wanhopen hoefde zwart
allerminst. Dat veranderde pas na de zwakkere zet 40.3-9. Het adequate
19-24 was beter geweest, maar daarvoor waren wel een paar nauwkeurige
berekeningen voor nodig. In de partij ging het vooral na 42.14-20 ineens
heel snel bergafwaarts voor zwart. Wit pakte op de korte vleugel zijn
gelijk, en zwart moest te zwaar offeren.

Een tweede hardhandige nederlaag volgde. Radjinder Jharab won van Fred
Elgersma die na de uitstoot op de tiende zet (28-22) volop in de aanval
ging, terwijl zwart alles op de omsingeling zetten. Het leverde een
fascinerend gevecht op waarbij wit lange tijd goede kansen leek te
hebben. 36.36-31 lijkt een duidelijker plan dan in de partij. Daarin
namen de omsingelende contouren van zwart dreigende vormen aan. De 45e
zet van wit (44-39) was al gevaarlijk (14-19 en 30-34 is mogelijk, maar
waarschijnlijk geen winst. Toch is 45. 36-31 beter). Maar dat wit na een
viertal zetten verloren zou staan had eigenlijk niemand kunnen denken.
De computer geeft nog aan dat 51.23-19 (en dan de twee-om-vier
koelbloedig toelaten) nog remise is. Maar kom daar nog maar eens op in
die fase. 46.37-31 was waarschijnlijk wel goed geweest.

Een kans op een eretreffer zat er niet in voor Kees de Jong. Hij was
niet opgewassen tegen het vloeiende aanvalsspel van zwartspeler Peter
van Heun. Hoewel het nadeel flink was verdedigde Kees zich manmoedig en
haalde het achtste punt voor Harderwijk binnen. Jan Hendrik gaf weer
mooie varianten (waarvoor dank!) en concludeerde bij deze partij dat
zwart op de 40e zet waarschijnlijk beter niet had kunnen ruilen, maar
met 17-22 de passieve witte randschijf op 26 zwaarder had kunnen laten
wegen.