In de prima en frisse nieuwe speellocatie in “De Bogen”, aan het Triasplein, liep Ons Eerste na een goed begin toch tegen een nipte nederlaag aan. DCH en Damclub SNA uit Heerhugowaard waren op alle fronten aan elkaar gewaagd, maar de gasten gingen na een spannende middag toch met de volle buit naar huis: 9-11
De eerste volle winst voor DCH werd binnengehaald door Kees de Jong. Zijn tegenstander Coen Jong speelde in de opening te passief en keek tegen een sterke zwarte voorpost aan op 27. Met een actieve ruil en achterlopen probeerde wit het gevaar in te dammen. Maar na een goed berekend schijnoffer was het snel afgelopen. Zwart kwam op 37 en kon doorbreken.
Er volgden twee remises. Daarbij was die van Fred Elgersma tegen Luuk Termeijden een half winstpunt te noemen. Fred zag zijn tegenstander sterk op het centrum komen en dacht lang na over zijn 24e zet maar besloot toch op safe te spelen en 20-25 na te laten. De normalisatie leidde niet tot een fijne klassieke stand en wit stootte gevaarlijk door, dwars door het centrum. Met slim tempospel en een dito offer – waardoor wit in een langevleugel opsluiting kwam – leverde dat voor Fred toch nog verrassend snel een puntendeling op. Auke Steensma en Jan Groeneweg speelden een solide en sterke partij. Wit koos voor actief randspel en zwart op zijn beurt timede zijn uitvallen via het kerkhofveld prachtig op tijd.
Sterspeler van SNA, Ivo de Jong, boekte vervolgens een sterke winst op Gert-Jan Hoeve. In opening en vroeg middenspel stond de strijd om het centrum centraal. Na een grootscheepse ruil gaf zwart zijn iets actievere stand een prachtig en origineel vervolg met de tegendraadse zet 30.18-22. De reactie van de witspeler was te passief: zwart kwam sterk op het centrum. De oplossing van wit, een aanval via de flanken, liep niet lekker omdat de stand enigszins op slot stond. In de analyse achteraf werden wel betere witte verdedigingen gevonden in het late middenspel. Het leverde een interessante uitwisseling tussen twee generaties op. Een jeugdspeler van DC Huisssen (die tegen Ons Tweede speelde) stond met mobiel in de aanslag de twee matadoren bij met de mening van de computer. Daaruit bleek: zwart stond heel goed en wit had heel diep moeten rekenen voor remise. Lang niet alle suggesties van de computer zijn voor de mens achter het bord haalbaar, zo bleek maar weer.
Met een tussenstand van 4-4 was er voor DCH nog weinig aan de hand. Zeker toen ook Ruurd Wuestman een punt binnenhaalde tegen Vic Voskuil. Die bouwde met wit een actieve stand op en ruilde de voorpost van zwart naar voren af. Om meer nadeel te voorkomen offerde Ruurd even een schijf om de voorpost te behouden, of de schijf later met wat terreinvoordeel terug te winnen. Dat lukte, maar wit had een nieuwe zwakte in de zwarte stand ontdekt: de achtergebleven schijf op 10. Met nauwkeurig manoeuvreren – waarbij vooral het tijdig bezetten van 31 belangrijk was – hield zwart het witte offensief toch in toom: 5-5
Toen Jan Hendrik Kok de winst pakte tegen René Emmaneel leek er sprake te kunnen worden van een succesvolle dammiddag voor Ons Eerste. Ook hier domineerde een strijd om het centrum. Die verliep voor wit ogenschijnlijk niet helemaal volgens plan: zwart nestelde zich sterk op het belangrijke veld 24. Ten minste zo leek het. Jan Hendrik wist de druk op 24 goed op te voeren en verdreef zwart van het steunveld 23. Toen zwart het veld voor de derde keer, noodgedwongen, weer opzocht bleek de aansluiting van zwart veel te ver weg. Jan Hendrik offerde fantastisch twee schijven, won de schijf op 24 en dartelde naar dam. Het resulteerde in een fraaie slotstand waarbij de zwarte dam geen kant meer op kon: 7-5.
De voorsprong hield niet lang stand. Op bord twee speelde Egbert van Hattem een bloedstollende partij tegen Theo Tesselaar. Met zwart zocht Egbert, ietwat opportunistisch, heel snel het aanvalsveld 28 op. Tesselaar vond een mooi plan waarbij de zwartspeler moest oppassen om niet in een dodelijk combinatienet verstrikt te raken. Met veel kunst en vliegwerk overleefde hij alle dreigingen en ontkwam later ook nog aan dreigend schijfverlies op de korte vleugel van het bord, door zo actief mogelijk het centrum op te zoeken. Het resulteerde in een prima afspel voor de zwartspeler die op de 47e zet echter een onbegrijpelijke fout beging. In plaats van het allang geplande (en kansrijke) 14-19 te spelen ruilde hij terug: een zet die hij nooit mocht doen, zoals hij zichzelf al diverse keren goed had voorgehouden. Toch ontglipte de zet hem, en was er meteen geen redden meer aan.
Het was dus weer gelijk, en dat bleef het ook na de remises van Gerwin van der Meer (tegen Guido Verhagen) en Jan Willem Hoeve (tegen Daan van Os). Gerwin produceerde een geweldige verdedigingszet: 30. 47-41! toen hij flink onder druk dreigde te raken. De clou was een zeer verre voorpost voor wit op veld 18. Zwart kon er niks beters mee doen dan afruilen, en wit haalde koeltjes de remise binnen. Jan Willem speelde omsingelend actief tegen Daan van Os, maar de witspeler deinsde er niet voor terug om, met schone randvelden, actief naar veld 23 te spelen. Toch veranderde het spelbeeld toen wit naar het verre randveld 15 vluchtte terwijl zwart actief aan de andere bordrand stond. Dat is vaak een sleutel tot succes, maar in de partij bleek het niet mogelijk om dit te handhaven. Wit had teveel controle via de centrumvelden en drong zwart terug: 9-9.
Na al deze ontwikkelingen werd de partij op bord 1 beslissend: René Schaafsma – Vitalia Doumesh. Ook hier zocht wit het randveld 15 op en speelde zwart actief op de korte vleugel. Dat leverde een mooie strijd op waarbij zwart telkens het voortouw had. Maar wit kwam toch tot een mooie centrumstand. Echter de indirecte controle van zwart was groot door de sterke bezetting van veld 24. In de partij kon zwart eenvoudig maar effectief combineren via damgeven en achterlopen. Toch had wit in het afspel de remise nog voor het grijpen. Tenminster, daar kwamen de toeschouwers in de analyseruimte al doende achter. René wist de varianten achter het bord niet te vinden: zwart slaagde erin haar centrumschijven veilig te stellen en naar dam te loodsen. Einduitslag: 9-11.
De eerste volle winst voor DCH werd binnengehaald door Kees de Jong. Zijn tegenstander Coen Jong speelde in de opening te passief en keek tegen een sterke zwarte voorpost aan op 27. Met een actieve ruil en achterlopen probeerde wit het gevaar in te dammen. Maar na een goed berekend schijnoffer was het snel afgelopen. Zwart kwam op 37 en kon doorbreken.
Er volgden twee remises. Daarbij was die van Fred Elgersma tegen Luuk Termeijden een half winstpunt te noemen. Fred zag zijn tegenstander sterk op het centrum komen en dacht lang na over zijn 24e zet maar besloot toch op safe te spelen en 20-25 na te laten. De normalisatie leidde niet tot een fijne klassieke stand en wit stootte gevaarlijk door, dwars door het centrum. Met slim tempospel en een dito offer – waardoor wit in een langevleugel opsluiting kwam – leverde dat voor Fred toch nog verrassend snel een puntendeling op. Auke Steensma en Jan Groeneweg speelden een solide en sterke partij. Wit koos voor actief randspel en zwart op zijn beurt timede zijn uitvallen via het kerkhofveld prachtig op tijd.
Sterspeler van SNA, Ivo de Jong, boekte vervolgens een sterke winst op Gert-Jan Hoeve. In opening en vroeg middenspel stond de strijd om het centrum centraal. Na een grootscheepse ruil gaf zwart zijn iets actievere stand een prachtig en origineel vervolg met de tegendraadse zet 30.18-22. De reactie van de witspeler was te passief: zwart kwam sterk op het centrum. De oplossing van wit, een aanval via de flanken, liep niet lekker omdat de stand enigszins op slot stond. In de analyse achteraf werden wel betere witte verdedigingen gevonden in het late middenspel. Het leverde een interessante uitwisseling tussen twee generaties op. Een jeugdspeler van DC Huisssen (die tegen Ons Tweede speelde) stond met mobiel in de aanslag de twee matadoren bij met de mening van de computer. Daaruit bleek: zwart stond heel goed en wit had heel diep moeten rekenen voor remise. Lang niet alle suggesties van de computer zijn voor de mens achter het bord haalbaar, zo bleek maar weer.
Met een tussenstand van 4-4 was er voor DCH nog weinig aan de hand. Zeker toen ook Ruurd Wuestman een punt binnenhaalde tegen Vic Voskuil. Die bouwde met wit een actieve stand op en ruilde de voorpost van zwart naar voren af. Om meer nadeel te voorkomen offerde Ruurd even een schijf om de voorpost te behouden, of de schijf later met wat terreinvoordeel terug te winnen. Dat lukte, maar wit had een nieuwe zwakte in de zwarte stand ontdekt: de achtergebleven schijf op 10. Met nauwkeurig manoeuvreren – waarbij vooral het tijdig bezetten van 31 belangrijk was – hield zwart het witte offensief toch in toom: 5-5
Toen Jan Hendrik Kok de winst pakte tegen René Emmaneel leek er sprake te kunnen worden van een succesvolle dammiddag voor Ons Eerste. Ook hier domineerde een strijd om het centrum. Die verliep voor wit ogenschijnlijk niet helemaal volgens plan: zwart nestelde zich sterk op het belangrijke veld 24. Ten minste zo leek het. Jan Hendrik wist de druk op 24 goed op te voeren en verdreef zwart van het steunveld 23. Toen zwart het veld voor de derde keer, noodgedwongen, weer opzocht bleek de aansluiting van zwart veel te ver weg. Jan Hendrik offerde fantastisch twee schijven, won de schijf op 24 en dartelde naar dam. Het resulteerde in een fraaie slotstand waarbij de zwarte dam geen kant meer op kon: 7-5.
De voorsprong hield niet lang stand. Op bord twee speelde Egbert van Hattem een bloedstollende partij tegen Theo Tesselaar. Met zwart zocht Egbert, ietwat opportunistisch, heel snel het aanvalsveld 28 op. Tesselaar vond een mooi plan waarbij de zwartspeler moest oppassen om niet in een dodelijk combinatienet verstrikt te raken. Met veel kunst en vliegwerk overleefde hij alle dreigingen en ontkwam later ook nog aan dreigend schijfverlies op de korte vleugel van het bord, door zo actief mogelijk het centrum op te zoeken. Het resulteerde in een prima afspel voor de zwartspeler die op de 47e zet echter een onbegrijpelijke fout beging. In plaats van het allang geplande (en kansrijke) 14-19 te spelen ruilde hij terug: een zet die hij nooit mocht doen, zoals hij zichzelf al diverse keren goed had voorgehouden. Toch ontglipte de zet hem, en was er meteen geen redden meer aan.
Het was dus weer gelijk, en dat bleef het ook na de remises van Gerwin van der Meer (tegen Guido Verhagen) en Jan Willem Hoeve (tegen Daan van Os). Gerwin produceerde een geweldige verdedigingszet: 30. 47-41! toen hij flink onder druk dreigde te raken. De clou was een zeer verre voorpost voor wit op veld 18. Zwart kon er niks beters mee doen dan afruilen, en wit haalde koeltjes de remise binnen. Jan Willem speelde omsingelend actief tegen Daan van Os, maar de witspeler deinsde er niet voor terug om, met schone randvelden, actief naar veld 23 te spelen. Toch veranderde het spelbeeld toen wit naar het verre randveld 15 vluchtte terwijl zwart actief aan de andere bordrand stond. Dat is vaak een sleutel tot succes, maar in de partij bleek het niet mogelijk om dit te handhaven. Wit had teveel controle via de centrumvelden en drong zwart terug: 9-9.
Na al deze ontwikkelingen werd de partij op bord 1 beslissend: René Schaafsma – Vitalia Doumesh. Ook hier zocht wit het randveld 15 op en speelde zwart actief op de korte vleugel. Dat leverde een mooie strijd op waarbij zwart telkens het voortouw had. Maar wit kwam toch tot een mooie centrumstand. Echter de indirecte controle van zwart was groot door de sterke bezetting van veld 24. In de partij kon zwart eenvoudig maar effectief combineren via damgeven en achterlopen. Toch had wit in het afspel de remise nog voor het grijpen. Tenminster, daar kwamen de toeschouwers in de analyseruimte al doende achter. René wist de varianten achter het bord niet te vinden: zwart slaagde erin haar centrumschijven veilig te stellen en naar dam te loodsen. Einduitslag: 9-11.