tegen Ons Genoegen uit Utrecht op het programma, een tegenstander met
enkele goede spelers maar ook met ‘kansborden’ voor Ons Eerste. Na een
spannende strijd wisten de Harderwijkers te winnen en mag het team de
rest van het seizoen vrij spelend zien of ze nog in de top drie terecht
kunnen komen.
Joras Ferwerda speelde tegen 1300+ speler Alfons Ottink een
gecontroleerde partij. Met wit neutraliseerde hij het aanvalletje van
zwart geroutineerd en hield zijn oog op een gezonde schijvenverdeling
samen met een krachtige formatie. Op de 33e zet ging Ottink een extra
ruil niet uit de weg en richtte zich op beheersing van veld 24 en een
langzaam maar zekere centrumbezetting. In dat licht bezien was 38.14-19
geen een echte winstpoging. Joras stuurde zijn troepen richting 24 en
viel aan zonder vrees voor verlies van twee schijven. Nog voor wit op
dam zou komen werd de vrede al getekend. Een opbouw met 38.13-19 was
steviger geweest, met de belangrijke variant: 39.43-39 1-7 40.39-34?
7-12! (Daarom beter: 40.33-28.)
Zeer rustig verliep de partij tussen Kees de Jong en Auke Zijlstra. Met
de ruil 44.33-29×28 leek wit het starre zwarte centrum alsnog in de
greep te krijgen. Maar de volgende formatie van zwart kwam er al weer
aan, en neutraliseerde daarmee de witte ambities. Zwart hield het hoofd
ook in de slotstand koel, en na 52.23-29 (staat nog niet in
Toernooibase) werd ook deze partij remise (zwart ‘plakt’ op de volgende
zet).
Belangrijk voor de einduitslag was de winst van Fred Elgersma tegen
Peter Kolkman. Na het wat passieve 12.31-27 van Kolkman ging zwart
verrassend verder met 12.21-26. Actief omsingelende acties met 5-10 en
18-22 waren ook mogelijk geweest. Fred zocht later wel volop strijd met
23.16-21, en ging zelfs een gevaarlijk ogende Partie Bonnard niet uit de
weg met 21.16-21. Wit had op twee momenten sterk 42-37 kunnen spelen: op
zet 36 en 37. In het eerste geval zit 28-23 er aan te komen, omdat
36.13-18? dan niet gaat vanwege een dam op 4. Ook 37.42-37 was sterk
geweest. Dan gaat het antwoord 37.18-23? niet vanwege de spectaculaire
combinatie met 37-31, 47-41 en dan 32-27. Maar wit zag het niet en kwam
meteen in het nauw: alsnog het wurgende 18-23 toelaten zou funest zijn.
Daarom nam wit een wanhoopscombinatie die volstrekt onvoldoende was
(door de zwarte vang na 7-11). Hij gaf al snel op.
De overwinning van Fred bleek des te meer van belang omdat Jan Hendrik
Kok onder tijdsdruk op een vernietigende combinatie stuitte tegen
Ardjoen Sheoratan. Na het strategisch zwaar voor de hand liggende
35.21-27? had zwart te laat door dat hij het slachtoffer was geworden
van een rasechte Coup Napoleon, waarna hij op kon geven.
Witspeler Sheoratan had op de 10e zet met 35-30 al gedurfd – maar toch
onverantwoord? – gekozen voor de volle strijd in een Partie Bonnard.
(10.38-33? ging niet door de combinatie 16-21 en dan eerst 25-30! en
vervolgens schijfwinst met 18-23. Wit had wel een alternatief gehad in
10.36-31 en zwart mag dan geen 10.1-6? spelen vanwege dam: 24-19 xx,
27-22 en na 37-31 dam op 1. Na 10.36-31 17-21 11.31-26 1-6 xxx 7-11
staat zwart zeker goed.)
Als 11e zet 40-35 hoort in principe niet bij de witte plannen. Maar wit
besloot er toch toe omdat 11.39-33? zeker niet mag: 13-19 en 23-28!!
enz. In de partij wist Jan Hendrik uit de zee van goede mogelijkheden
inderdaad tot groot voordeel te komen. Hij wist er een ‘open Bonnard’
van te maken na 19.18-22! Dit is doorgaans zeer gevaarlijk voor wit.
Toch kon zwart niet doordrukken. 23.17-22 was voor Jan Hendrik een zware
keuze die veel tijd kostte. Het alternatief 23.18-22 kan wel, maar dan
moet eerst berekend worden dat de foute doorbraak via 28-23? echt wint
(wat na lange varianten inderdaad zo blijkt te zijn). Ook de antwoorden
24.48-43 en 43.36-31 blijven dan zeer kansrijk voor zwart. Maar met
spannend spel.
Dit alles valt nauwelijks beslissend te berekenen. In de partij
krabbelde wit na 23.17-22 langzaam maar zeker weer op. 27.21-27 was de
zet om de spanningen te handhaven (de opbouw 27.8-12 en 28.12-18 is ook
mogelijk maar ook dan ruilt wit zich deels vrij met 29-23). In de partij
komt wit tot bevredigend centrumspel en is het voordeel voor zwart
verdwenen. Jan Hendrik maakte, moegestreden, niet veel later de fatale
fout.
Ook spannend was de partij tussen Auke Steensma en Gerard Morsink die
met zwart een gezonde en grootscheepse aanval wist op te zetten. Met wit
speelde Auke compact tegen, en probeerde te counteren en subtiel te
profiteren van de zetdwang in de opbouw bij zwart. Zo kan zwart niet
zomaar 49.14-20 spelen omdat dan de ruil 34-29 xxxx 20-25 48-42! zwart
voor grote opbouwproblemen plaatst. Na de partijzet 49.11-16 volgde
dezelfde ruil. De zwarte aanvalszet 46.22-28 is logisch, maar wit op
zijn beurt heeft aan de andere kant van het bord aanvallend zeer goede
papieren tegen de zwarte lange vleugel. 48.17-22 lijkt meer verdediging
te geven, maar na 40.30-24! (14-19) xx 26-21 (28-32) 38-33 is het wit
die gaat winnen. Ook in de partij kon zwart de witte doorloop naar dam
niet verhinderen en boekte Auke weer een belangrijke overwinning voor
Ons Eerste.
Evenzo belangrijk was de winst van Ton Eekelschot op Hensley Nepomuceno.
De partij begon erg ruilerig (belangrijke tip: 3.34.30!). Toch werd het
snel spannend door vleugelcontrole van wit en een sterk centrum van
zwart. De opbouw van wit met 39.33-28 ziet er shaky uit waar
39.32-28xx28 stabieler is. Zwart had in plaats van 39.14-20 een
alternatief gehad in 39.15-20 (op 40.38-33 volgt dan een zevenklapper
naar dam: 19-24, 17-22!, 13-19, 18×49, en inderdaad winst!). Ook in
andere varianten heeft zwart dan het initiatief. In de partij was lang
sprake van evenwicht waarbij zwart via het kerkhofveld de vrije ruimte
zocht. Na 50.37-31 echter durfde zwart geen 21-26 te spelen waarna hij
alsnog in de verdrukking kwam en na 51.13-18 in een beslissende
opsluiting verzeild raakte. 51.20-24 was nog wel goed genoeg voor remise
geweest maar dan had hij wel na 52.27-22 heel koelbloedig moeten offeren
met 21-27 (en vervolgens doorlopen).
De acht punten waren daarmee een feit, dus in ieder geval één
wedstrijdpunt. Het beslissende winstpunt liet nog even op zich wachten.
Ruurd Wuestman speelde met zwart tegen de sterke Arne van Mourik goed op
het centrum, maar moest wel op z’n tellen passen. Na 13.34-30 (met
eenvoudige dreiging) speelde Ruurd 15-20 waarna de controle over 24
enige tijd op zich laat wachten. Alternatief: 13.14-20. Een opvallende
beslissing was 18.16-21: een zet die wel bij Ruurd past, maar dan meer
tegen wat zwakkere tegenstanders. Hier was 18.19-23 een belangrijk
alternatief geweest, met verder doorontwikkeling van de lange vleugel.
Bijbehorend slimmigheidje is dat wit niet kan ruilen met 34-29×30, en
dat na 38-32 een twee-om-twee terug prima is.
Een spannend gelijkwaardig duel ontspon zich, waarbij zwart 22.22-28xxxx
achterwege liet. Die zet ziet er qua timing goed uit omdat wit
(voorlopig) achtergebleven schijven op 41 en 7 lijkt te hebben. Maar
38-33 is dan wel een sterke omsingelende zet. In de partij liep het
prima. De terugruil van wit op de 32e zet (31-27xx37) geeft aan dat
Ruurd het tot dan toe goed had opgebouwd. Op de 35e zet speelde Ruurd
wel gedurfd (en goed) helemaal naar voren via 23-28xxxx Hier was
35.17-22 ook goed mogelijk + wat voorzichtiger geweest.
Maar na 42.8-12? lijken de rollen pas echt helemaal omgedraaid omdat wit
na de achterloop en opvang heel sterk 45.27-21! speelt. Nu is goed te
zien dat 6 en 11 ongelukkig gepositioneerd staan. (Met 42.11-17 had
zwart zich veel lastige varianten kunnen besparen.) In de partij had
zwart weinig verweer tegen de doorloop-acties van wit. De schijf verlies
was ernstig, maar na het slimme en rustige 49.13-18 (in plaats van
49.24-29) lijkt zwart door het centrum genoeg tegenwicht voor remise te
hebben door allerlei slimme wegen richting dam. Al met al: een
interessante en leerzame partij, die helaas wel verkeerd afliep.
Gelukkig kwam het winnende punt dan toch nog, en wel uit de koker van
Jan Willem Hoeve tegen Cock van Wijk. De spelers gingen er vol in met
een variant op de de Keller-opening. Daarbij leek wit als ‘winnaar’ uit
de strijd te komen, maar echt doordrukken deed Van Wijk niet (terugruil:
19.31-27xx37). Een belangrijke beslissing was 30.12-18 waar hij met
30.13-18 misschien wat meer controle op de korte vleugel had gehouden.
Hoe dan ook kwam wit weldegelijk tot initiatief. Zwart had er beter aan
gedaan om de indringer op 17 met 40.8-12 meteen af te ruilen, en daarna
weer rustig de formaties te herstellen voor tegenacties. In de partij
kwam de witspeler gevaarlijk opzetten, maar leed met 46.38-33 belangrijk
tempoverlies. Hier had doorgaan met doorbreken kansen gegeven: wat kan
zwart nog doen na 46.27-21 om wit te stoppen? In de partij liep het met
een sisser af, zeker na 49.43-39. Hier was 49.33-28 aanmerkelijk
lastiger geweest voor zwart.
Al met al weer veel interessante partijen waarbij de Harderwijkers
terecht als sterkere ploeg met de winst naar huis mochten gaan plus een
goede vierde plaats op de ranglijst.