Overtuigende winst Ons Eerste: 12-4

De laatste wedstrijd van 2024, al gespeeld op 7 december, was een sterk optreden van Ons Eerste tegen het Friese team uit Oerterp-Drachten. Als de Harderwijkers deze vorm in het nieuwe jaar 2025 weten vast te houden belooft dat veel goeds.

De wedstrijd begon met een vliegende start met de winst van Jan Hendrik Kok op Jan Hoogterp. Diens dertiende zet was een wel zeer ongelukkige en werd door Jan Hendrik genadeloos afgestraft. Bang om in het defensief te komen (wat na 13.19-23 best meevalt omdat na het slaan op 31-27×27 23-28 laat volgen met een interessante stand) speelde Hoogterp toch 21-27×27. Het ‘vertraagd’ ophalen van de schijf zag er al heel gevaarlijk uit. En dat bleek. Met een nuttige meerslagwending 21.34-30 combineerde de witspeler naar dam. De zet 18.42-37! verdient nog een extra uitroepteken. Als wit namelijk te snel naar dam combineert (meteen 18.34-30), dan krijgt hij zelf nog een dam om de oren:  18.34-30!? (23×32), 30-25 (16×27), 25×5 (6-11!), 5×46 (27-32!) 46×28 (9-14), 28×5 (22-27), 31×22 (17×50). Dat levert na 42-38 (50-17), 48-43 (18-22) slechts gelijk spel op. In het vervolg van de partij kwam zwart er niet meer aan te pas. De witte ruil 31.31-27 is mooi getimed na het verzwakkende 30.12-18 van zwart op diens korte vleugel.

Auke Steensma deelde vervolgens de punten Harmen Jonker. In deze partij bleven de klassieke structuren lang in stand, zonder groot voordeel voor één van beiden. Jonker legde eer in door gedurfd de Ghestem-uitstoot te plaatsen met 32.23-29. Omdat de controle op de andere vleugel ruim voldoende was (36.17-21) kwam wit niet tot voordeel, vooral omdat in het vervolg een steunschijf op 6 ontbrak voor beslissende combinaties. Ook 39.16-21! was spits gevonden door zwart. Wit moest wel combineren. Overigens had zwart de witte dam in de partij kunnen afpakken met 45.12-18. Wit moet dan nauwkeurig spelen: 47.33-28! voor remise. Jan Willem Hoeve zocht zijn heil in een zware omsingeling tegen Jorn Kruit. Dat pakte goed uit omdat de witspeler niet vlekkeloos opbouwde en te vroeg naar 28-23 greep. Zwart draaide de duimschroeven rond het witte

centrum meteen aan, en had dit op de 24 zet al met een fraaie combinatie kunnen bekronen zoals te vinden is op toernooibase. Maar de zwarte strategie van het actieve ruilen en 23 te ‘omhelsen’, werkte uiteindelijk evengoed en leidde tot een combinatieve schijfwinst. Jan Willem gaf zijn tegenstander geen kans meer op herstel. Vanuit de Keller-variant koos ook Henry Offenga voor een volledige omsingeling, die al snel dreigende vormen aannam. Zwart moest rekening houden met veel combinaties. Met vertrouwen in de stand – en een goede portie zelfvertrouwen – speelde wit gedurfd het sterke 25.35-30! Zwart probeerde verlichting te vinden met een bevrijdende ruil aan zijn linkerbord-rand. Maar wit reageerde optimaal met de sterke zetten: 43-39 en wederom 35-30. Daarmee was de fuik definitief aangetrokken, met schijfwinst en later partijwinst.

De riante voorsprong van 7-1 had nog verder uitgebouwd kunnen worden als Egbert van Hattem zijn omsingelende strategie vanuit de Molimard-uitval nauwkeurig had afgerond. Met de zet 29.12-18 maakt zwart handig gebruik van het open veld op 8. Wit kan zich door de achterwaartse slag 26×8 niet bevrijden met 27-21. Wit reageerde erg geschrokken met de terugruil via 30.37-31 (30.34-30 had nog gekund maar dat is erg ingewikkeld en ook niet helemaal probleemloos). Na de partij-opmars 17-21-26 wordt de witte stand aan alle kanten bedreigd. Zwart speelde het aanvankelijk goed en liet de dam met 35.16-21 achterwege in de verwachting op nog beter. Toch incasseerde zwart nog te vroeg: in plaats van 38.16-21 had hij beter nog een zet kunnen wachten via 14-20 of 14-19. Egbert had niet gedacht dat partijwinst nog een problemen zou opleveren, maar wit zette de schijven

33 en 34 hinderlijk in de weg voor een snelle doorgang. Teruggeven van de plusschijf met 44.24-29 en doorlopen was waarschijnlijk de beste kans. In de partij kwam zwart er niet meer uit, maar eenvoudig was de winst toch al niet meer. Een teleurstellende remise was het resultaat.

Na een spannende gevecht met veel wisselende spelbeelden kreeg Ruurd Wuestman de twee punten op het eind alsnog aangereikt. Tegenstander Iskander Al Sarayfi gaf na een afwikkeling geschrokken op terwijl de zet 34-30 in de slotstand remise was. Tijdens de partij speelde wit sterk om het zwarte centrum van Ruurd heen, en had hij bovendien de formaties zo neergezet dat een switch naar een aanvallende stand mogelijk was toen zwart terugruilde. De witte aanval leek lang perspectiefrijk, maar na een passieve terugruil (47.37-32) keerden de kansen. Waar wit niet verder kwam, moest hij – mede door temponood gewongen – toezien hoe Ruurd zich gevaarlijk snel een weg baande door zijn lange vleugel. De uiteindelijke zwarte afwikkeling was fraai en zag er kansrijk uit, maar was dus toch nog net remise geweest zoals achteraf bleek.

Een mooi strategische partij speelden Kees de Jong en Hendrik Veenstra. De zwartspeler liet de formaties goed werken en wist een inklemming van zijn lange vleugel door wit goed af te wenden. Kees liet wederom zien dat hij in de tweede partijhelft goed voor zijn kansen kan gaan. Nadat de partij in ongebruikelijk klassiek vaarwater was gekomen, slaagde de zwartspeler er niet in zich in het centrum te handhaven. Met de krachtige zet 45.32-27 stelde wit bovendien de zwakke structuur aan de korte vleugel van zwart ter discussie en hij dreigde meteen met een combinatie. Op toernooibase laat Kees Veenstra zien hoe Kees zijn kansen had kunnen benutten. 47.34-29 en na het opvangen 33-28 lijkt inderdaad duidelijk, en een zet later is het tijdelijke offertje 28-23 en dan ertussen ook winst: wit breekt dan met schijfwinst door aan de rechterflank.

Na de remise tussen Gerben de Wit en Fred Elgersma stond er een klinkende 12-4 op het scorebord. Ook deze partij was fraai, met de ver opgedrongen zwarte schijf op 15 en een witte op 35. Fred speelde accuraat het niet voor de hand liggende 23.20-24. 49-44 mag niet vanwege een dam, en ook 45-40 ziet er niet aantrekkelijk uit: dan zal zwart waarschijnlijk opstoten met 22-28. Na de ruil met 32-27 concentreerde zwart zich op een sterk en flexibel centrum. In een kleurrijke stand had hij op de 48e zet misschien (nog) beter 48.13-19 kunnen spelen (verhinderd 49.33-28). Na 42-37 18-22! 47-42 heeft zwart zeer fraai 23-29 tot zijn beschikking. In de partij had zwart het kleurrijke 49.18-22 moeten spelen, en ook dan zal wit hard moeten werken voor de remise. In de partij wisselden de kansen na het zwakkere 24-30. Wit had met 60.14-9 of 60.14-10 (in plaats van 38-32) een lastig zichtbare maar wel analytisch gewonnen eindspelwinst kunnen afdwingen. In de partij piepte zwart naar een tweede dam, en daarmee naar een remise.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *