Optimaal was de voorbereiding allesbehalve, en er zat duidelijk wat stress bij sommige spelers. Al in het eerste speeluur verslikte Joras Ferwerda zich in een eenvoudige damcombinatie tegen Jan Boender. Wat een ‘kansbord’ had moeten zijn, werd zo een vroege nederlaag. Boender maakte de partij goed af en kwam met zijn dam in actie toen de tijd daar rijp voor was.
Die klap kwam hard aan, en het werd nog erger toen ook Auke Steensma een van zijn weinige missers maakte. In een door beide spelers mooi
opgezette partij timede Michel Koop een goede aanval door het centrum.
Maar ook Auke had met wit goede aanknopingspunten om de voorpost van zwart op den duur te kunnen omklemmen. Tot een boeiend gevecht kwam het echter niet, want Auke zag een meerslag over het hoofd wat tot een niet moeilijke maar wel dodelijke dam leidde.
Harderwijk kon weinig terugdoen. Toch was er nog even hoop op een goed resultaat toen Egbert van Hattem won van Herman Damman. Die had op de 23e zet sterk voor een centrumaanval kunnen kiezen (32-27) toen zwart veel te vroeg tot actie overging op de voorpost van wit. Na de ruil in de partij bleef zwart licht drukspel behouden. Hij bleef azen op een mogelijke actie door het centrum. Wit had deze switch niet zien aankomen en schrok van alle dreigingen die hem ineens boven het hoofd hingen. De reactie 47-41 was in ieder geval niet goed, en verrassend snel kon de zwartspeler de witte stand onder de voet lopen.
Gelukkig wist Ruurd Wuestman in zijn partij tegen Paul Olde Hanhof de
remisegrenzen voldoende te bewaken. De dammer uit Deventer maakt dit jaar zijn debuut bij Nijverdal en lijkt een goede aanwinst voor het
team. Hij speelde met wit een gezonde aanvalspartij. Ruurd speelde in
het vroege middenspel constructief tegen maar haakte ineens af met de
ruil van de witte voorpost: 13-19. De nieuwe voorpost van wit stond er
goed op en bovendien was de stand van zwart in tweeën gesplitst. Een
gevaarlijke doorbraak dreigde, maar zwart was in de tegenaanval aan de
andere bordhelft toch op tijd.
Maar meer meevallers waren er voor Ons Eerste niet te noteren in het
speellocaal van PV Vitesse. De hoop was gevestigd op Jan Hendrik Kok. De partij tegen routinier Ab Steenbergen ging heel lang gelijk op, waarbij
Jan Hendrik met zwart optisch beter leek te staan. De vlam sloeg in de
pan toen wit na het scherpe 40.2429 reageerde met 28-22. In een
onoverzichtelijke stand zocht wit bovendien met 30-24 de aanval. Het
leverde een ingecalculeerde schijf verlies op, maar wit had compensatie
met een sterke schijf helemaal op veld 18. Dit bleek wonder boven wonder – en tot wanhoop van Jan Hendrik en de Harderwijkse toeschouwers – genoeg voor remise.
Die tegenvaller kwam DCH niet meer te boven. Tussen Bill Neven en Jan Willem Hoeve ontspon zich een spannend gevecht (met zwart op 45 en wit op 15 en 25). Zwart ruilde zich aanvankelijk goed vrij uit de omknelling van wit, die echter wel initiatief bleef houden op het centrum. In de pogingen de witte stortvloed in te dammen vergiste zwart zich ernstig met 42.16-21. Wit kon zo toch nog via het centrum naar dam wandelen. De tegenactie 13-19 was tegen beter weten in.
Rienk van Marle haalde met wit zijn favoriete bestrijdingswijze van de
Molimard-uitval weer van stal. Twee jaar geleden was hij er tegen Egbert
van Hattem ook al succesvol mee geweest. Ook nu bleek het volbouwen van de lange vleugel en een goed getimede uitval naar veld 22 voor de
zwartspeler teveel problemen op te roepen. Wit ontwikkelde zijn lange
vleugel razendsnel en isoleerde de zwarte kerkhofschijf en passant.
Zwart speelde met een tijdelijk offer creatief tegen. Maar al snel
dienden nieuwe problemen zich aan toen wit een sterk centrum en een
voorpost op 24 innam. Zwart kreeg geen kans om zijn schijven tijdig bij
te trekken en werd overtuigend verslagen.
In een boeiende flankpartij trok René Schaafsma in het late middenspel
met wit het voordeel naar zich toe tegen Ronny Koop. Wit zette goed
door, door eerst de druk op de lange vleugel van zwart te vergroten en
daarna door het centrum te komen. Onder druk vond zwart niet de correcte weg naar remise. Wit haalde echter op het verkeerde veld (2) dam, terwijl dam op 3 wel had gewonnen. In de partij ontsnapte zwart knap: 1-1.
In zijn partij tegen Marinus Morsink speelde Kees de Jong aanvankelijk
rustig waarbij zwart een randschijf op 25 kreeg. Maar omdat er gewonnen
moest worden zocht hij de complicaties op via veld 29. Zwart vond het
fraaie 22.4-10 en hield op zijn beurt de partij levendig. Kees speelde
echter een fantastisch middenspel en zijn aanval won zet na zet aan
kracht. Als wit tijdig 26-21 had gespeeld (op de 42e zet) had hij goede
winstkansen gehad, mede door gebruik te maken van tactische wendingen. Een zet later was die mogelijkheid verkeken en liep de partij na enkele schermutselingen remise.
Op bord 4 had Gerwin van der Meer zich in het middenspel op klaarlichte dag laten verrassen. Hij liep tegen een onweerlegbare één-om-twee aan en verloor een schijf. Wel bleef hij strijden en haalde in het eindspel de remise alsnog binnen. Eindstand: 13-7.
Ondanks deze teleurstellende uitslag; weer een leuk verslag mannen!