In het Go-centrum van Amstelveen waren de schakers aan het verhuizen,
maar de dammers van 020 I en II speelden hun laatste wedstrijd in dit gebouw (dat gaat sluiten) tegen respectievelijk Rijnsburg (met Jan van der Star in de gelederen) en ons eerste. Waar 020 I met 11-9 won, won DCH met 7-13. In het eerste van “020” speelden de sterke gebroeders Jan Pieter en Wiebo Drost mee, waardoor de Harderwijkers een belangrijk voordeel hadden in hun strijd tegen het tweede.
De wedstrijd begon voortvarend. Egbert van Hattem opende wederom de score. Tegenstander Bob Out had geen zin in een saaie middag en plaatste een vroege voorpost met wit op 23. Aan de zwartspeler de lastige taak om deze op te peuzelen of te omsingelen. Mochten die twee plannen niet lukken dan zou hij onder de voet worden gelopen. Out ging een risicovolle binding aan met zijn randveld op 35 en moest voorzichtig handelen. Lange tijd deed hij dat behoorlijk, maar dit had blijkbaar veel van zijn krachten gevergd. Hij liep in een simpele 2 om 3, en kon opgeven nog voordat het eerste rijtje van het notatiebiljet vol was.
De voorsprong van Harderwijk liep vervolgens snel op. Niek Kuijvenhoven
toonde overtuigend aan dat Ricardo Bona zijn lange vleugel wat al te frivool liet hangen. Hij zocht expansie in het centrum, maar de twee voorposten lieten zich niet tegelijkertijd verdedigen. Na een ‘schijnbeweging’ van Niek (die een foutzet leek te willen uitvoeren) werd zwart resoluut zoek gespeeld. Het werd zelfs 6-0 door Gert-Jan Hoeve die veel techniek liet zien. Met fraai spel omklemde hij in de tweede partijhelft het witte veld op 29, terwijl wit aan de andere kant naar de rand moest vluchten en vervolgens ook daar vastliep. Geen ontkomen meer aan voor wit die kansloos verloor.
Jan Hendrik Kok speelde een voor zijn doen zeer vredelievende partij, tegen Hans van den Heuvel die tot de sterkere spelers van “020 II” behoort. Geen onnodig verlies tegen de sterkeren, was de teamopdracht waarmee de spelers van DCH 1de ring in waren gegaan. Jan Hendrik gaf de zwartspeler daarom geen enkele hoop op een positief resultaat en drong zelf ook niet al te hard aan: 7-1. De partij tussen Kees de Jong en Frank Zwerver ging lange tijd gelijk op, totdat zwart toch duidelijk te passief vervolgde. Kees nam
initiatief in het centrum, schoof brutaal op naar veld 17 en had bovendien een parade paraat toen zwart hem weer wilde terugdringen aan de andere kant van het bord. In het eindspel kon de zwartspeler het hem niet echt meer moeilijk maken.
Het tiende punt werd binnengehaald door René Schaafsma die tegen internationaal meester bij de vrouwen, Laura Ratniece, weloverwogen speelde en stapje voor stapje het initiatief pakte. Na een minder nauwkeurige move pakte de zwartspeelster het initiatief echter resoluut over en drong gevaarlijk aan op de korte vleugel van wit. Voldoende voor een serieuze winstpoging was het echter niet waarna de vrede op zet 59 werd getekend.
Tegen Kenny Kroon pakte Joras Ferwerda in de tweede partijhelft weldegelijk het centrum. De witspeler moest alle zeilen bijzetten om dreigend schijfverlies of een snelle doorbraak te voorkomen. Dat lukte hem maar half. Nog net een tijdig offertje terug verzekerde wit de remise uiteindelijk.
Het elfde punt was binnen en dat was goed voor de gemoedrust van de DCH-spelers die al klaar waren en toeschouwer waren. Ruurd Wuestman had zich in de opening namelijk al ernstig vergist en keek vanaf de negentiende zet tegen een schijf achterstand aan. Er restte wit niet anders dan zo actief en centrum/flank-aanval gericht te spelen, in de hoop dat zwart geen winst wist af te dwingen. Echter, zwart behaalde een eindspel met grote materiële voorsprong. Ruurd koos voor een langzame weg naar dam, maar wel met garantie op controle van de lange lijn en slimme, indirecte controle over de zwarte schijf aan de andere kant van het bord. Zwart zag geen mogelijkheden om met de schijven over te steken, en moest in remise berusten.
Dat liep dus goed af, maar dat gold niet voor Jan Willem Hoeve tegen Tijmen Stobbe. Die had rond de veertigste zet remise aangeboden omdat zwart wel erg mooi op het centrum stond (maar van echt beslissend voordeel leek nou ook weer geen sprake). Jan Willem negeerde het aanbod maar kwam door sterk formatiespel van wit eigenlijk meteen in het gedrang. Tien zetten later stond juist zwart aan de rand en wit in het centrum. Stobbe maakte het fraai af. Toen zwart stuk voor stuk moest inleveren om nog op dam te komen, gaf hij op.
De ervaren Gerrit Tigchelaar van “020” toonde aan dat zijn sterke centrum makkelijk bestand was tegen de omtrekkende zwarte stand die bovendien uit het lood stond. Wit floepte door de zwarte korte vleugel en stond snel op dam. De verdedigende resources van zwart leken zo goed als uitgeput, maar op miraculeuze wijze haalde Gerwin toch nog een punt binnen en bepaalde de eindstand op 13-7. Met 7 uit 6 staat DCH op een gedeelde, geruststellende 6e/7e plek in Hoofdklasse A.