In de komende wedstrijden zullen punten gepakt moeten worden om directe degradatie te ontlopen. In ieder geval staat de 16e maart al in de agenda, want dan vinden de beslissingswedstrijden plaats om een plekje in de Hoofdklasse te behouden.
Jan Willem Hoeve begon met een frisse aanval zijn partij tegen Sytse Nagel die op zijn beurt ook het veld voor de flankaanval opzocht. Op de 21e zet beging zwart echter een regelrechte blunder en verloor per direct. De stand op de 20e zet is goed, maar luistert nauw. Het best kan zwart verdergaan met 20.11-17 Na 21.41-37 7-11 mag wit niet oplopen met 37-32 door het verrassende 17-21 en daarna dam. Niet eenvoudig te zien, maar daardoor moet wit wel op z’n tellen passen.
Het duurde enige tijd voordat een tweede score op het bord verscheen. Joras Ferwerda en Kerst Hoekstra deelden na veertig zetten netjes de punten, in een partij waarin zwart lange tijd iets makkelijker stond.
Tegen Tjalling van den Bosch speelde Auke Steensma aanvankelijk een solide centrumpartij. Maar even na de twintigste zet moest de witspeler enkele lastige keuzen maken hoe precies verder te gaan: naar 24 of 23 spelen? En ook: welke kant moeten de basisschijven precies op? Na afloop was Auke niet tevreden over 48-42. In de partij pakte de opbouw inderdaad verkeerd uit, zeker in combinatie met het directe 29-23 (in plaats van 29-24×23). De stand van wit ziet er solide uit, maar Tjalling van den Bosch toonde met een paar gedecideerde omsingelingszetten aan dat wit in grote moeilijkheden verkeerde. Op de 31e zet al stond wit reddeloos verloren. Een flinke tegenslag voor de DCH’ers.
De derde dreun die volgde kwam het team niet meer te boven. In zijn partij tegen Piet Bouma wilde Gerwin van der Meer profiteren van de zwarte lange vleugel en zocht op de andere bordhelft het randveld op via 27-21-16: een gedurfd plan dat echter veel vergt van de witspeler, zeker omdat zwart zeer actief spel liet zien op zijn korte vleugel. Wit raakte door zijn ‘wachtzetten’ heen en speelde 32.34-29 waarna zwart sterk op kwam zetten, na 20-24. Zwart behield het bruggenhoofd op 24 en vlocht bovendien nog een giftig zetje in de stand dat Gerwin te machtig werd. Ruurd Wuestman had de lastige taak om Rein van der Pal te weerstaan, wat hem aanvankelijk goed lukte met een frisse zwarte aanval, geheel passend bij zijn speelstijl. Toch kwam zwart voor lastige keuzen te staan. Hij wachtte geduldig en speelde zijn basisschijven op. Na 21.20-24 zag de zwarte stand er zeker gezond uit. In de partij slaagde wit er desalniettemin in om de druk op die schijf op te voeren. De vlucht naar de rand leverde wit aanknopingspunten op voor een aanval tegen wits lange vleugel. Ruurd verdedigde zich met een tweede voorpost maar kon schijfverlies, en daarna partijverlies, niet meer ontlopen.
Toen ook de partij van Jan Hendrik Kok tegen Anton Schotanus verloren ging was het pleit na zes partijen al beslecht. De nestor van het Friese team speelt nog uitermate sterk, en wit voelde de druk op zijn stelling omdat zwart een stevig blok had opgebouwd op zijn lange vleugel. Na een ruil switchte het spelbeeld, maar niet de waarde van de stand. Zwart bleef makkelijker staan en had omsingelingskansen. Vooral de lange vleugel baarde wit zorgen. In plaats van 36-31 had wit op de 37e zet koelbloedig 37-32 moeten spelen en daarna 34-29, met een zo goed als gelijkwaardige stand. In tijdnood vond wit niet meer de beste verdedigingszetten. Zeker toen zwart ook nog door het centrum kon opkomen, was er geen houden meer aan.
De lichtpuntjes kwamen deze middag te laat. Egbert van Hattem en Waylon Poot speelden een principiële partij vanuit de Molimard-aanval. Lange tijd speelde Egbert met zwart de goede omsingelingszetten, maar de aanval van wit begon rond de 30e zet toch dreigende vormen aan te nemen. In de partij twijfelde zwart al enorm tussen 4-10 en 8-12 op de 28e zet. Waarschijnlijk was de laatste positioneel beter geweest, om te omknellen en na 29-23 radicaal verder te omsingelen. Toch lukte het wit niet om te profiteren. Zwart ruilde naar 24 en had een paar zetten eerder al gezien dat wit in ieder geval niet verder kon met 34-29 (22-18 was verreweg de beste, en kansrijk. 33-29 kan ook, maar heeft wel zo zijn problemen). Wit deed het toch en kreeg een combinatie te verwerken die uiteindelijk tot twee dammen voor zwart leidde. Na vermakelijke verwikkelingen ontstond een lastig 4-om-5 eindspel. De fraaie finesse 58.17-21 had zwart al een poosje aan zien komen, en hij haalde de buit binnen.
Fred Elgersma speelde een sterke partij tegen de sterke Anne Piet Kooistra. Met zwart speelde hij tegen de lange vleugel van wit die maar niet tot ontwikkeling kon komen. De witspeler forceerde zich. Het plan met 42-28 en 28-22 was niet best. Helaas durfde zwart niet het doodenge 8-12 te spelen op zet 36, maar het wint wel een schijf of leidt tot een doorbraak. In de partij kon wit zich, helaas voor Fred, met de grootste moeite staande houden. Met 57 9-13 miste zwart wellicht nog een goede kans.
Het duurde even, maar Kees de Jong kwam tegen Marcel de Vries langzaam maar zeker beter te staan. Zwart ging naar 36 en veronachtzaamde even later zijn verdediging aan de andere kant van het bord (3-8). Wit had slim 52.38-33 kunnen spelen, maar kwam ook in de partij sterk opzetten. In de wederzijdse run naar dam verzuimde zwart om wit eerst terug te gooien. Kees toonde lange adem en zette het macro-eindspel knap in winst om.
Over nog langere adem bleek Henry Offenga te bezitten. Hij haalde op de 25e zet een schijf winst door een leuke klassieke combinatie, maar tot verzilvering kwam het pas na 84 zetten. Het had sneller gekund door bijvoorbeeld op de 73e zet de dam af te nemen. Maar, de winst kwam niet in gevaar. Eindstand: 8-12.
Ha Egbert en Jan Hendrik, bedankt weer voor de puike weergave van de wedstrijd!