Uitreiking damdiploma’s bij DCH jeugd!

Gisteren was het weer flink nadenken bij de damclub. Maar liefst vier jeugdleden mochten een examen doen.

En met succes! Nienke behaalde haar eerste diploma (de Eerste Zet) en Wilco zijn tweede (de Tweede Zet). Terwijl Asra & Daniel al het diploma Niveau 1 in ontvangst mochten nemen. Knap gedaan hoor allemaal, ga zo door; veel succes!!

Net geen promotie naar Hoofdklasse

In Tilburg, bij Boerke Mutsaers, een uitspanning waarvan al in 1644 gewag werd gemaakt, streed Ons Eerste om een plek in de Hoofdklasse tegen Damcombinatie Tilburg-Eindhoven, de nummer twee van de Eerste Klasse C. Het werd een spannende strijd waarbij de einduitslag steeds schommelde tussen 7-9 en 9-7. Uiteindelijk zwaaide de slinger net de verkeerde kant uit voor de DCH’ers, die het beste van zichzelf gaven. De gemiddelde rating bleek net doorslaggevend. Toch nog. (Link naar de partijen)

Het eerste punt werd knap binnengehaald door Bert Foppen die het aandurfde om voor Egbert van Hattem in te vallen. Die was wel als toeschouwer aanwezig en zag dat Bert goed tegenspel leverde tegen de ervaren en makkelijk spelende Harry Verdoolaege. Consequentie van wits 36e zet (33-28) was dat hij een zet later hard moest nadenken bij het cruciale moment van de partij: naar voren ruilen en een twee-om-twee toelaten, of naar achteren ruilen met een (zwaar) defensieve stand tot gevolg. Terecht koos Bert voor het eerste. Hoewel zwart op 37 stond ontbeerde zijn stand in het achterveld de nodige formaties: er viel geen sterke poot meer op te bouwen. Misschien had wit nog beter via veld 29 verder kunnen gaan, maar ook via 28 was het ruim voldoende. Bert had gezien dat hij zelfs een veilige doorbraak-afwikkeling tot zijn 
beschikking had, via damgeven en meerslag. Daarna was de vrede snel getekend. Een goed begin van de wedstrijd!

De eerste partijwinst ging echter naar de Brabantse dammers die Gert-Jan Hoeve in hun gelederen hadden. De zoon van onze JW Hoeve vocht op het eerste bord een principieel gevecht uit met Ruurd Wuestman: aanval versus omsingeling. Ruurd was uiteraard de aanvallende partij en hij leek lange tijd iets gemakkelijker te staan. De strategie van zwart was duidelijk: één voor één de schijven van de korte vleugel in het spel brengen door de voorpost van wit terugwaarts af te ruilen en dan weer het centrum aan te vullen. Een logische strategie, want wit had een achtergebleven blok in 36, 37, 41, 46 en 47. Een redelijk grote beslissing (maar niet per se slecht) was 22.9-13 waardoor de lange vleugel er wat ‘kaal’ uitziet. Anderszijds was het zwarte centrumoverwicht aanvankelijk prima. Maar de zetten 11-16 en zeker 34.7-11 waren enigszins uit de richting en zwart beroofde zich bovendien van de mogelijkheid om ooit nog eens 17-21×21 te kunnen ruilen (beter is op het eerste gezicht: 33.13-19 en een zet later 34.14-20 xx, en daarna snel naar 23, en weer het oorspronkelijke plan volgen. Of meteen 33.28-23 zoals Jan Hendrik aanbeveelt en met handige zetjes illustreert). Toch is de stand van Ruurd ook hierna nog lange tijd gelijkwaardig volgens de computer. Maar de timing van de zetten luisterde ondertussen wel nauw. Bij 40.4-9 slaat het om. Daar was 28-23 aantoonbaar beter geweest, en dan snel een stapje verder met 27-32. Maar het is moeilijk dat allemaal uit te rekenen, zeker onder hoogspanning. Zwart besloot te wachten en kwam te laat (op de 45e zet pas) met 28-23. Na de ijzersterke ruil 46.24-19 leverde dat een onspeelbare stand op. De zware (computer-)offervariant op Toernooibase (45.11-16 en een zet later 27-31) had waarschijnlijk voldoende tegenspel opgeleverd, maar het is te begrijpen dat zwart dat achter het bord moeilijk kon doorgronden. In de partij offerde zwart nog wel, maar kwam er niet meer doorheen.

In de partij tussen Jacco Sandee en Auke Steensma deed zich op de 17e zet een gouden kans voor Auke voor. Hij had op de 17e zet 24-29 en 14-20 kunnen spelen, richting het kerkhofveld. De witte stand op de korte vleugel is dan opgesloten, hetgeen in schijfverlies resulteert. De spelers zagen het niet en ook de oplettende toeschouwer had het niet opgemerkt. Wat volgde was een partij volgens klassieke structuren waarbij zwart lang het beste van het spel leek te hebben. Auke 
controleerde het veld op 24 goed. In plaats van het centrum direct aan te vullen koos hij eerst voor een strategie met druk op wits lange vleugel en daarna 18-23. Klassiek blijft moeilijk. Toeschouwer Egbert van Hattem was tijdens de partij enthousiast over zwarts fraaie zet 
33.3-8, maar zag wel dat de varianten dan nauw kunnen luisteren. Zwart durfde 35.21-26 dan ook niet aan. Zwart kan namelijk de tempi niet uitspelen zoals gewenst: 36.47-42 4-9 37. xx en daarna 8-12 38.31-26 6-11 39.48-43 11-17 40.43-38 en nu mag het gewenste 4-10 niet door een combinatie naar veld 7: 27-22 en dan erachter met 34-29. Fraai gezien van Auke! (Maar waarschijnlijk had 40.4-9 wel gekund, maar dat is voor over-grootmeesters.) Zwart koos voor het allesbehalve fraaie 35.8-12 en kon weinig anders dan zich schikken in de manier waarop wit naar het afspel zou toespelen. Die versmaadde 39.32-28 en daarna 34-29 (met winst), en Auke kreeg de kans om later de meerslagregel nog in zijn voordeel te laten werken. Hij liep met zwart naar twee dammen en haalde net aan remise.

Jan Hendrik Kok trok de stand gelijk door fraai strategisch te winnen van Theo van den Hoek. Al op de 15e zet werd de partij ‘gedefinieerd’. Na 15.36-31 stelde Van den Hoek zwart in staat om een lange vleugelopsluiting in te nemen. Die was vooral goed omdat Jan Hendrik had gezien dat wit niet kon verhinderen dat hij 11 naar 22 bracht (vanwege gaten in het achterveld). Daardoor werd de opsluiting pas echt effectief: alleen de ene schijf 6 staat nog achter de lange vleugelopsluiting. Fraai was ook dat zwart in het vervolg via het bezetten van veld 29 een witte robuuste centrumstand kon verstoren. De niet-neutrale toeschouwer mocht hopen op twee punten, maar er was nog een lange weg te gaan met vele hobbels. Zwart had de zet 38.38-33 
(dreigt zich te bevrijden met een 2-om-2 ruil) zeer goed bekeken, en zou verder zijn gegaan met 38.(23-29), 39.43-38 (9-14). Jan Hendrik had de ver weg berekende meerslag gezien: 40.40-35 (29-34), 28-22 (19-23!), 33-28 (11-17!), 28×39 (17×28), 32×23 (21×34) met doorbraak naar dam.
Jan Hendrik gaf aan dat hij nog geen winst had gevonden in de variant: 40.40-34! (29×40), 45×34 (24-30), 33-29B (30×39), 29-24 (19×30), 25×43. Maar ook hier zijn de vooruitzichten voor zwart zeer gunstig (en je kunt natuurlijk ook niet alles zien). In de partij (na het gespeelde 39.43-39) kwam de witspeler er niet meer aan te pas omdat hij telkens net een stapje te laat komt voor tegen- en bevrijdingsacties. Een sterk staaltje!

In een verslag achteraf, zoals dit, lijkt het scoreverloop logisch, maar dat was gedurende de middag allesbehalve het geval. Grote kansen op winst had Jan Willem Hoeve tegen de jeugdige Tanya-Marie Cnossen. De zwartspeelster speelde het vroeg-klassieke spel heel actief: wit kwam 
niet tot de gewenste gesloten structuren nadat zwart bliksemsnel haar lange vleugel had ontwikkeld en zich vrij ruilde met de twee-om-twee ruil 18-22xx22. Maar in de herkansing slaagde Jan Willem er wel in tot een zeer gunstige klassieke stand te komen. Rond zet 31 en 32 waren de 
zwarte problemen al zeer groot geworden waarbij de Olympische formatie
van wit goed werk deed (met allerlei Coup Royal dreigingen). De fout van zwart met 35.13-18 kwam dan ook niet uit de lucht vallen, want haar stand is al heel precair. Wit haalde een sterke dam op veld 4 via het zetje van Weiss. Zwart slaagde er echter in om het wit nog knap lastig 
te maken. Na de slimme terugruil 1420×10 moet wit er nog een extra schijf insteken met 35-30. Waarschijnlijk geschrokken door alle complicaties die nog optraden zag Jan Willem niet dat hij op zet 41 had kunnen winnen met 1-18! (na 28-32 xx volgt 31-18!) en op zet 42 had kunnen toeslaan met een kleine rondslag met de dam: 38-32, 48-42 en 34-25. Een dure misser want hierna speelde Tanya-Marie met vaste hand naar remise.

Een fraai strategisch gevecht was ondertussen gaande tussen de troefspeler van Tilburg/Eindhoven Yuriy Lagoda en Kees de Jong. Laatstgenoemde schuwde met wit de strijd niet, maar gebruikte daarvoor wel veel bedenktijd. Rond zet 26 was het toch de zwartspeler die de mooiste kansen leek te krijgen met een stand die een fraaie omsingeling in zich had. Wit wist die dreiging er goed uit te halen door tijdig 37-31 te ruilen. Lagoda liet zien dat hij een sterke speler is en speelde naar een centrumaanval maar wit ruilde nogmaals: nu rustig terug met een 2-om-2. Een zes-om-zes prijkte op het bord. Hoewel het initiatief duidelijk aan zwart was, speelde Kees rustig en nauwkeurig de tempi uit en speelde met een offer richting een sterke dam. Het werd een gelijkwaardige remise. Een mooie prestatie!

Speciaal voor de beslissingswedstrijd kwamen de Brabanders met de sterke Jim Depaepe in de opstelling. Fred nam met wit de nodige risico’s door zich op de korte vleugel te laten opsluiten. DePaepe ruilde met een 2-om-2 terug, en hing op zet 24 met de hand boven schijf 20. Dan was de middag anders verlopen, want 20-24 is verboden wegens 34-29 en 33-29 met schijfwinst. In het vervolg was het vooral de vraag hoe wit de ruil richting het centrumveld 23 zou timen. Fred wachtte slim door 34.38-32 te spelen en zwart eerst naar 19 te lokken, en dan vervolgens dubbel naar het centrum te ruilen. Een duidelijker remiseplan dan 42.38-33 was 42.37-32 geweest met op 9-13 47-42 (en als zwart er tussen gaat, plakt wit). Maar ook een dergelijke variant is door de computer snel berekend, maar voor een mens lastig precies te vinden. In plaats van met 34.24-30 meer complicaties op te zoeken, zette zwart in op een snelle doorbraak na de 2-om-2 naar veld 36. Fred verdedigde zich goed met een tijdelijk offertje en haalde het punt binnen. Depaepe ging nog lang door, maar dat was meer voor de bühne en Fred raakte er niet door van slag.

Bloedstollend, de hele middag, was de partij tussen Kees van Bakel en René Schaafsma. Met zwart leek René zijn gelijk aan de kant te krijgen. De witspeler leek de situatie niet onder controle te hebben en hem restte niet anders dan zijn flankcentrum-aanval helemaal naar voren te verplaatsen, met een 2-om-2 naar veld 32. Dat zou ook gevolgd zijn (met spannend spel) als zwart had gekozen voor 22.17-22 (38-32 mag dan niet door de verrassende zet 36-31!, zoals de hoopvolle toeschouwer ook had gezien). Frustrerend voor René was dat hij de witte aanval na dit 
gedwongen spel niet in toom kon houden. Met 30.10-14 bekende zwart ongelijk (beter was waarschijnlijk toch de lastig te beoordelen ruil 22-27 geweest en dan 18-22). Ineens was het wit die aan de leiding ging en makkelijk te vinden sterke zetten kon spelen. De druk bouwde zich op 
en op de 34e zet ging het fout met 22-27: 13-19 was hier beter geweest. Wit verdedigde zich met de moed der wanhoop en kwam zowaar nog tot een dam door gebruik te maken van witte zetdwang na 48.26-31. Eigenlijk deed zwart een zet te vroeg 15-20 (op de zestigste zet). Eerst 60.5-46 was een goede testcase geweest. Dan is het na 29-24 en 15-20 namelijk wel 
remise (vanwege het standaard-eindspel van Scouppe). In de partij liet wit zich de overwinning niet meer ontgaan en haalde de overwinning (9-7) en daarmee de promotie naar de Hoofdklasse binnen.

Ons Eerste was er dichtbij in Tilburg, maar zal zich volgend jaar weer moeten richten op een mogelijke heldenrol in de Eerste Klasse. De teleurstelling werd in de taveerne redelijk snel weggetikt met een paar pintjes. Damcombinatie Tilburg/Eindhoven vierde gepast feest, en de 
Brabanders gaven al snel aan dat ze het volgend jaar waarschijnlijk flink voor de kiezen zullen krijgen. Al met al heeft Ons Eerste een sterk en spannend seizoen gedraaid en zich een gevaarlijke eersteklasser getoond. Als we net iets constanter weten te presteren zijn we daar 
lastig te kloppen.

Verslag van Egbert/Jan Hendrik

Overtuigende overwinning op Lelystad

Ons Eerste nam de laatste horde van de landelijke competitie  overtuigend. In de wedstrijd tegen Lelystad bleef de controle van begin tot eind bij DCH. Na de 11-5 winst was de tweede plaats in de Eerste Klasse A veiliggesteld. 22 februari volgt de promotiewedstrijd tegen Damcombinatie Tilburg/Eindhoven, in Tilburg. Dit team werd tweede in de Eerste Klasse C en heeft in de gelederen sterke spelers als Yuriy Logada en Gert-Jan Hoeve (zoon van!).

Het eerste punt werd binnengehaald door Egbert van Hattem die een actief  spelende Mark van Hees tegenover zich vond. Na zwarts verrassende ruilen op achtste zet (22-27) en twee zetten later 17-22 probeerde Egbert met wit kansen te creëren tegen de zwarte binding 16 en 27. Om zoveel mogelijk zetvrijheid te creëren en zwart ooit naar veld 18 te lokken sloop wit naar het verre randveld 15. Of het een kansrijke strategie is valt te bezien, zeker door het constant actieve tegenspel dat Hees liet zien. Die schrok er niet voor terug om met 20.14-19 een damzet wagenwijd open te zetten (15-10 en 33-28). (In de stand met wederzijds een dam die dan ontstaat kan wit inderdaad geen veilig heenkomen vinden, laat staan een schijf winnen. Dus, dat ging niet door.) Ook speelde zwart zonder blikken of blozen 25.12-18. Wit had gehoopt dat de offervariant 26.33-28 23×32 27.42-37 22-28 wellicht nog iets kon opleveren. Maar ook dat ging niet door. Gelukkig had de witspeler al wel gezien dat hij zich veilig terug kon trekken. Hierna volgde een logische opbouwfase waarin wit goed ‘naar het centrum keek’. Maar in plaats van met 39.32-28 of 39.34-29 het centrum ook daadwerkelijk te pakken vervolgde wit met het wat slappe 37-31. Gelukkig speelde zwart niet 39.19-23 (33-28 mag dan niet, en dat is een probleem omdat het centrum dan voorgoed voor zwart is). In plaats daarvan speelde zwart 39.2-8 en bood een zet te vroeg remise aan. Na wat onderhandelen kwamen de spelers de remise overeen en deden nog allebei een zet voor het notatieformulier (waarbij 40.34-29 wel wat steviger was geweest dan diezelfde schijf de andere kant op).

Hoe dan ook, een goede keuze van de witspeler want de toestand op de overige velden was op dat moment zeer gunstig voor Ons Eerste. Daar hoorde zeker de stand bij die Jan Hendrik Kok met zwart had weten te verwezenlijken tegen de sterke Jan van de Veen. Ten eerste had de zwartspeler de openingscombinatie na 6.14-19 onder controle (na 7.33-28 mag 5-10 niet: eerst 34-30 en daarna 27-22, probeer alle slagwisselingen maar eens te vinden!). In de partij vertrouwde de witspeler het niet langer en zocht de terugweg met 22.33-28 omdat hij – al dan niet terecht – bang was voor een aanval op 27. In de opbouwfase streefde zwart klassiek spel na en/of druk op het witte centrum. Vooral viel de sterke zet 34.19-24 daarbij op, gevolgd door later 15-20×20 met belangrijke controle over het randveld 25. Binnen enkele zetten groeide het zwarte voordeel tot grote proporties met de zetten 43. 21-26 en 45.26-31 als bekroning van het spel. Tot de 52e zet speelde zwart optimaal, maar dat kostte natuurlijk veel tijd. Met nog 12 seconden op de klok koos Jan Hendrik het zekere voor het onzekere met een grote remisecombinatie. Helaas bleef zijn oog steken op de variant: 52.7-11 53.40-34 en dan 12-17. (Wit ontsnapt dan met 28-22.) Maar 53.12-18 was weldegelijk winst geweest, en wel heel snel ook met meteen schijfwinst. Helaas, remise. Maar wel een belangrijk resultaat.

De eerste winstpartij werd gescoord door Ruurd Wuestman. Hij stootte met zwart erg vroeg door naar het aanvalsveld 23. Maar gelukkig maakte de zwartspeler Wiebren de Vries het hem niet al te moeilijk. Na 47-41 en het sluiten van de stellingen met 17.33-29×29 had zwart weldegelijk een kansrijke aanval tegen de voorpost kunnen uitvoeren door meteen verder te gaan met achterlopen (8-13-19). Het had wit duur kunnen komen te staan, maar zwart speelde het zeer povere 19.2-8? Ruurd had nu de tijd om een hulpschijf van 35 naar 24 te brengen waardoor de angel uit het zwarte spel totaal was verdwenen. Wit kreeg duidelijk het beste van het spel, en hoefde niet veel te doen om zijn voordeel te behouden. Na 34.17-21 kon wit zijn bedachte plan vervolmaken met de actieve ruil 33-28×28. In de partij kwam zwart er niet meer aan te pas. (38.21-27 had nog wat meer verdediging gegeven om de schijven te activeren, maar ook dan had wit veruit het voortouw gehad.)

Ook een duidelijke winst was er voor Fred Elgersma tegen Fred Wortel. Zwart zocht eerst goed het aanvalsveld 27 op, maar Fred ruilde die schijf af. 23.32-27 was plotseling een sterke en dwingende zet. Zwart wordt geconfronteerd met de dreiging 29-23 die door de gaten in zijn 
stelling niet goed op te lossen is, behalve met het tijdelijke schijnoffer en dan die schijf weer terugwinnen naar het centrum toe. Zwart won de schijf nog wel terug, maar moest toezien hoe hij uiteindelijk achterbleef met twee schijven die eenzaam en alleen in het centrum stonden. Wit won er één, en vervolgens de partij.

Ook Auke Steensma had een uitstekende stand op het bord, tegen Sam Pryor: zwart stond rond de 25e zet stevig op het centrum, met veel formaties. Zwart stootte op en wit vroeg met het sluiten van zijn korte vleugel met 31.39-34 duidelijk om grote moeilijkheden. Die werden inderdaad groter en groter en op de 51e zet had zwart met een tussenloop, en schijfwinst, de partij kunnen beslissen. Aan het gevolgde plan met 22-27 en 18-22 zaten de nodige haken en ogen. De witspeler wist zich er nog tijdig doorheen te wurmen met een slim offertje en een achterloop met remise als resultaat.

Wel winst, en overtuigend ook, was er voor Henry Offenga tegen Ricardo Tong Sang. Beide spelers zetten de partij fris op, maar de witspeler had de meeste problemen met de opbouw: hij kwam niet prettig tot een flankaanval. Maar dat lukte uiteindelijk toch op de 19e zet met 30-24. 
Na afruil van de voorpost moest wit ernstig oppassen voor omknellingen van veld 29. In de slagenwisselingen na de 28e zet had wit beter een schijf extra kunnen afruilen (met 39×30 en 25×34). Nu kwam hij in een levensgevaarlijke hekstelling terecht. De moeilijkheden groeiden wit al snel boven het hoofd en hij offerde een schijf, maar wel voor een schijnbaar ijzersterk centrum als compensatie. Toch kwam wit niet tot tegenspel. In de analyse liet de zwartspeler overtuigend zien dat ook de schijven op het bord houden (met 41.48-43) niet tot grote moeilijkheden voor de zwarte winstvoering hoeft te leiden: de zwarte controle na 24-30 en een zet later 21-26! is groot. In de partij speelde de zwartspeler goed gedurfd door op een algehele omknelling en won overtuigend.

Kees de Jong strafte het experimentele spel van Cyril Sluisdom overtuigend af na diens zet 12.8-13? Wit versmaadde zelfs een directe schijfwinst op de 23e zet en richtte zich op een andere zwakke plek in de zwarte stelling: veld 13. Daardoor moest zwart alsnog een schijf inleveren met 16-21. De zwartspeler kreeg geen enkele kans meer om te ontsnappen, en Kees voegde zich bij de absolute topscorers van de Eerste Klasse A: 3e met 15 uit 9. Klasse!

Wel een lastige middag had Jan Willem Hoeve tegen Kenneth Hilaire. Op de 18e zet had hij met zwart de nodige opbouwproblemen wegens veel damzetten naar veld 5. De mooiste is na 18.12-18: 28-22, 27-21 37-32 xx 36-31 47-41 38-33 34×5. Die had zwart juist wel toe kunnen laten, maar dat moet je maar durven. Daarom zocht zwart zijn heil aan de rand met 24-30. Er ontspon zich een fascinerende strijd waarbij de zwartspeler flink van zich afbeet en waarschijnlijk zelfs iets beter stond. Een goede mogelijkheid was nog geweest om te wachten 31.4-9. Wit mag er dan niet achter met 40-35 vanwege direct een dam op 49. Verrassend is ook dat wit niet onvoorzichtig 32.37-32 mag spelen, want dan is er na 32.12-18 ineens geen redding meer mogelijk. En ook na 32.48-43 wordt het spannend (na 13-18 en 29-23). In de partij liet Jan Willem 30-35 te lang 
achterwege. Hilaire liep terecht op met 36.40-35! ondanks de damzet die zwart kan nemen. Deze bleek in de praktijk toch te duur. Wit had nog fraaier kunnen winnen door twee keer gebruik te maken van de meerslagregel (met 49.38-32 en 50.48-42). Maar ook in de partij ging het goed voor hem.

Hierdoor wonnen de Harderwijkers met 11-5 en bestelden nog een pilsje.

Verslag door Egbert en Jan Hendrik

13-3 … Goed gespeeld

Ons Eerste zette in de voorlaatste speelronde een reuzenstap naar de promotie-degradatie wedstrijden door subtopper Damclub Heerenveen-Mildam
met ruime cijfers te verslaan: 13-3. Op de meeste borden waren de standen voordelig, en de punten werden overtuigend binnengehaald. (link naar partijen)

De partij tussen Kees de Jong en Peter Achterstraat kwam langzaam op gang maar was toch als eerste afgelopen. Pas na ruim 25 zetten begon er
enige tekening in de strijd te komen: zwart kreeg druk op de witte lange vleugel. Achterstraat moest oppassen hoe precies op te bouwen. Rond zet
31 tekenden de perspectieven van een succesvolle aanval op de witte schijf op 27 zich af. Hoe concreet de varianten na 31.47-42 zijn is nog
niet zo makkelijk vast te stellen, maar wel kan zwart de druk op 27 lang in stand houden. In de partij (31.34-30) koos zwart voor een
overzichtelijk en duidelijk plan: na de ruil 31.19-24 zet zwart in op verovering van 27. Wit reageerde met teveel paniek. 34.28-22 is zeer
gevaarlijk, een ruil met 28-23 had verlichting kunnen bieden maar ook dan blijft het spannend. In de partij omhelsde Kees het witte centrum
fraai en vond wit niet de juiste verdediging. Die was gelegen in 37.41-37 (daarom was 37.4-10 beter geweest). Als ik de computer goed
snap maakt wit gebruik van de dam na: 37.41-37 8-12 38.47-42 en nu mag 3-8 niet door de meerslag na 28-23. Omdat deze variant niet gaat zit
schijfwinst er niet in voor zwart. Kom er maar eens op.

Joras Ferwerda zocht tegen Martin Boersbroek de strijd op met de gedurfde zet 27.33-29. Zeven zetten later bleek dat aardig gelukt omdat
zwart te kampen had met de lastige binding van de schijven 16 en 27. Maar omdat Boersbroek er goed in slaagde zijn centrum aan te vullen kwam
het niet tot een verovering van de zwarte voorpost. Na de schermutselingen na het leuke tijdelijk offer 44.24-19 leek wit na
48.19-23 alsnog kansen te kunnen krijgen tegen de geïsoleerde centrumschijf. Maar het viel uiteindelijk tegen, met remise tot gevolg.

Henry Offenga behaalde een knappe winst op Oscar Veltman die in de opening voorzichtig opereerde. Wit ruilde de voorpost in voor een
‘schone stand’ waarbij de zwartspeler mocht kiezen hoe hij zijn korte vleugel zou gaan ontwikkelen. Dat deed hij lange tijd heel goed, maar
Veltman overzag een verraderlijke doorbraak naar veld 6. Na 41.26-31 nam zwart de dam ten koste van schijfverlies af. Dat had na 41.8-12 of
41.13-18 niet gehoeven, maar waarschijnlijk kan alleen de computer de veilige weg naar remise vinden.

Ruurd Wuestman speelde de opening in kenmerkende stijl tegen de sterke Sjoerd Koopman. Zwart kwam wel tot een hekstelling, maar het witte
centrum was robuust. Wit had dan ook niet tot het afdwingende en brekende 32.29-23 hoeven over te gaan. Maar ook met de voorpost op 22
was de stand speelbaar: de poot 22,27,31 deed tijdig zijn werk en zwart besloot terug te gaan. Toch blijft het lastig voor wit om op te bouwen
(misschien is 39.31-26 iets te snel, beter direct opbouwen in het centrum?). In de partij bleef zwart aan de leiding en werd zelfs
dreigend, maar Ruurd verdedigde zich goed en boekte een belangrijke remise.

Ton Eekelschot trok met een witte flankaanval moedig ten strijde, maar bouwde zijn stand niet helemaal evenwichtig op. Een idee voor zwart was
om met 22.9-14 verder te gaan. Na 23.47-42 ruilt zwart dan sterk met 23.22-27×26 en wit heeft opbouwproblemen vanwege allerlei dammetjes. Ook
in de partij volgde Plantinga een goed en splijtend plan. Maar net toen het echt spannend werd, haakte de zwartspeler af met een 4-om-4 ruil. Op
zet 27 hadden 11-16 en zeker ook 17-22 goede varianten op kunnen leveren. In de partij was het de witspeler die het beste van het spel
kreeg na weer een zwarte ruil. Met de verrassende (stille) zet 46.41-36 had wit zwart ernstig in verlegenheid kunnen brengen. In de partij kwam
Ton ook gevaarlijk opzetten, maar de zwartspeler offerde zich goed naar remise.

Auke Steensma liet vanuit de opening fris aanvalsspel zien tegen Jan de Vos. De Friese witspeler stelde zich met ruilacties goed te weer, maar
zwart bleef aan de leiding gaan. Na het passieve 44.26-21 kwam de zwart centrumstand volledig tot ontwikkeling. Op de 52e zet moest zwart een
belangrijke beslissing nemen. Het tijdelijke offer met 24-29 werkte in de partij perfect, al had wit nog stevig van zich af kunnen bijten met
54.32-27 (en later, na de 1-om-2, extra offeren met 27-22 en dan 24-20).

Een spannende principiële strijd streden Tjipke Smedinga en Fred Elgersma uit: centrum versus omknelling. De zwartspeler kwam als morele
winnaar uit de strijd toen wit zich losruilde ten koste van een aanknopingspunt op 29. Na het onvoorzichtige 52.47-42 had zwart stevig
voordeel: hij kan tot omsingelen komen en dreigt met doorbraak op de lange vleugel, zeker als veld 32 gesloten wordt. In de partij ging het
ineens heel hard achteruit met wit na het toch zo logische 53.34-29 en de grove foutzet 55.42-38. Zwart gaat er dan niet meer omheen met 18-22
maar omsluit het witte centrum met 55.18-23! Fred haalde de vis zo boven water.

Jan Hendrik bepaalde de eindstand zelfs op het zeer ruime 13-3. In de partij had hij met zwart de hele wedstrijd centrumvoordeel tegen Johnny
Modderman. Jan Hendrik bouwde dit uit tot grote winstkansen in het eindspel, maar moest daarvoor diep rekenen. Hij vertrouwde terecht de
winstvarianten niet na 54.21-27 waarbij zelfs 55.31-26 11-17 56.42-38 niet wint omdat na de 2-om-2 34-29 volgt. Zwart speelde daarom 54.11-17
en kreeg in het vervolg toch weer kansen (55.34-29 lijkt zeker niet de beste). Zwart pakte de beste kansen met 58.14-19. Hij had de variant
63.10-4 en dan 40-44-49 scherp gezien! Ook na 63.10-5 kwam wit er niet meer aan te pas wat resulteerde in een verdiende overwinning.

Verslag door Egbert/Jan-Hendrik

Daniel Taleh persoonlijk schooldamkampioen van Harderwijk !

Het waren drie donderdagavonden vol spanning bij de damclub …
Wie van de tien kinderen zou de nieuwe schooldamkampioen worden? En daarmee de opvolger van Gwen Scholten. Elke avond werden er drie partijen gespeeld.

Alle kinderen hebben bijzonder goed hun best gedaan, zeer geconcentreerd gespeeld. Soms nog vergeten te slaan of iets te snel gezet, maar vol overgave en inzet! Geweldig om te zien. De latere kampioen Daniel maakte het wel heel spannend door zijn laatste partij te verliezen. Hij moest toen afwachten wat Lisa zou doen. Zou Lisa winnen dan werd zij kampioen, maar helaas voor haar ging de partij verloren.
Er moest nog wel even gerekend worden om de 3e/4e plaats, omdat Feline even veel punten had behaald als Lisa. Het onderling resultaat was remise, zodat het SB systeem uitsluitsel bracht. Uiteindelijk werd de top 3: 1e Daniel (14 punten), 2e Veerle (13 punten) en 3e Lisa (12 punten).
Na de laatste ronde volgde de prijsuitreiking met voor alle strijders nrs 4 t/m 10 een mooie medaille en voor de top 3 een fraaie beker! Gefeliciteerd allemaal.

Als jullie net zo spelen als tijdens dit toernooi, dan gaat het schooldammen op 1 februari a.s. (de Halve Finale van Gelderland) vast en zeker goed komen! Succes.

Gevoelige nederlaag in Eibergen

Ons Eerste was dit seizoen goed op weg, maar tegen DIOS Achterhoek 2 ging het goed mis. In een goed gevuld restaurant Grenszicht, vlakbij de 
Duitse grens, streden vier teams van DIOS waarvan twee teams tegen DCH. Nadat de kersverse wereldkampioenen Jan Groenendijk en Darya Tkatchenko in het zonnetje waren gezet door de voorzitters van DIOS en onze eigen Bert Foppen, begon de strijd. Die zou voor zowel Ons Eerst als voor Ons Tweede niet goed aflopen. Allebei verloren met 10-6.

Na deze spoiler is de vraag dus: wat er mis ging? Ruurd Wuestman deed een goede poging tegen Theo Stoverinck om wat aanvallend drukspel te 
krijgen. Maar met een tijdelijk schijnoffertje wist de DIOS-voorzitter de angel uit het witte spel te halen en zich meer dan actief te 
verdedigen. Een onvermijdelijke remise was het resultaat.

Jan Willem Hoeve zag zich geconfronteerd met een gezonde aanval van witspeler Ap van Ingen. Onderhuids leek er wel wat te broeien voor zwart 
die schijf 15 keurig had opgelost, maar aan de andere kant toch ook een onontwikkelde schijf op 5 had. Zwart ontwikkelde de stelling logisch en 
na een zet of 24 was een evenwichtige stand ontstaan met perspectieven. Het lukte zwart echter niet om het de witspeler echt moeilijk te maken. 
Vooral omdat wit met 34.47-41 alsnog met een formatie richting centrum kon werken, bleef hij gemakkelijk overeind. Gelukkig waren de ambities 
van de witspeler beperkt anders had hij goed 44.32-27 voor een winstpoging kunnen proberen.

Joras Ferwerda kwam tegen Gert Wisselink op rustige wijze tot een stand die rond zet 22 goede uitzichten bood. De zwarte terugruil van Joras 
naar 17 was erg aan de voorzichtige kant maar wit reageerde met 27.24-20 erg passief. Zwart zette terecht de turbo erop en het werd de witspeler 
al rap teveel. Hij liep in een verraderlijk klein zetje en kwam een schijf achter. Joras profiteerde niet en trapte in een totaal gewonnen 
stand op zijn beurt in een damzet. Gelukkig met remise als resultaat.

Kees de Jong zat op een kansbord tegen Gerard Korten. De partij liep voor de witspeler Kees naar wens omdat zwart het zwakkere randveld 35 
opzocht. Wit liet een aantal ruilen toe die voor verlichting zorgden bij zwart. Het witte voordeel bleef aanvankelijk bewaard, maar in de partij 
ontstonden klassieke structuren die juist beter bleken voor zwart. Moeilijk te doorgronden allemaal. Er valt waarschijnlijk zeker wel wat 
te zeggen voor het flexibele 29.32-27 in plaats van 31-27. In de partij speelde Korten uitstekend. Maar 47.23-29 was te snel (Sterker was 47.2-8 
en wit moet oppassen. B.v. 48.37-31 3-9 49.31-26 9-14 wordt een debacle voor wit omdat het centrumblokje in het isolement komt zodra 27 wordt 
geruild.) Kees wist zich met een gedurfd plan te bevrijden via 48.44-39 waarna eerst zwart en later ook wit een doorloop naar dam voor elkaar 
had.

Na vier remises vervloog de hoop toen Egbert van Hattem op moest geven tegen Gerben te Raa. De opzet van zwart mocht er zijn. De witte gedurfde actie via 19.32-27 was objectief niet gevaarlijk, maar vereiste meer nauwkeurigheid van zwart dan deze in de partij liet zien. De zet 26.2-8 
was niet best. Egbert overzag de sterke witte reactie met 34-29 waarna hem niets anders restte dan de partijvariant. Zwart staat ineens op slot 
en moet wit toelaten op 24, wat geen pretje is zonder schijf op 2. Beter was daarom 3-8 geweest (of 14-19) omdat zwart dan na 34-29 wel goed en 
gevaarlijk verder kan met 12-17. Op de computerzet 33-29 (na 3-8) speelt zwart 20-24 met een spannende pot. Op iedere andere zet volgt gewoon 
14-19 en zwart staat zeer prettig. In de partij verdedigde zwart zich adequaat omdat wit in de combinatie door moet slaan naar veld 11. Maar zwart stond in een 7-om-7 stand wel duidelijk minder. Ook toen deed zwart het nog lang goed, maar de koek raakte langzaam maar zeker op wat resulteerde in een reeks fouten. 47.14-20 had zeker gemoeten (schijven bij elkaar houden, zoals trainer Schwartzman zegt), en ook 49.13-18 had gemoeten (28-22 mag zwart niet toelaten). Na 52.38-32 kreeg zwart nog een remisekans (38-33 was gewonnen, zie toernooibase). Op de 57e zet offeren met 13-18 en dan is de jacht op één schijf alsnog voldoende voor remise.

Het werd nog erger toen Jan Hendrik Kok verloor tegen de prima spelende Jay Amatmoestar (26.19-24 is sterk). Met wit kwam Jan Hendrik terecht in minder gunstige klassieke structuren, een speltype dat zijn voorkeur sowieso niet heeft (zoals hij voor de partij nog uitsprak tegen de 
schrijver dezes). In de partij begon de witte achtergebleven schijf op 46 steeds zwaarder wegen. Het witte plan om dan maar uit te bouwen met 
38-33 en 42-38 was zo slecht nog niet, maar dan niet liever in combinatie met de eerdere zet 39-34. Op zet 39 had wit nog even de 
gelegenheid om bevrijdend te combineren met de Coup Raphael (zie toernooibase), maar Jan Hendrik nam deze combinatie niet. Daarna was het 
zwarte offensief tegen wits korte vleugel niet meer te stoppen en zwart boekte een fraaie strategische overwinning.

Dammen zoals dammen bedoeld is lieten Fred Elgersma en Genadij Shapiro zien. Nadat wit zich op 15 had genesteld ontstond een romantisch 
spelbeeld waarbij beide spelers zich niet onbetuigd lieten. Nadat wit op de 36e zet een combinatiewinst onbenut liet, kreeg ook zwart kansen. 
Fred liet zich schijnbaar gevaarlijk opsluiten na 45.9-14 maar het was juist wit die niet goed verder kon. Deze raakte op de 50e zet enigszins 
in paniek en nam een moeizame dam. Wit had met 52.40-44 nog wat tactische trucjes in de strijd moeten gooien voor de winst. In de partij 
redde wit zich ternauwernood.

Tenslotte speelden Auke Steensma en Chris Grevers remise. Auke hanteerde met wit een theoretisch bekende en gezonde aanvallende strategie. 
Grevers met zwart reageerde met een centrumruil (21.18-23) alert en wit zocht zijn heil op het verre randveld 15. Wit had aanvankelijk weinig 
echt voordeel maar de opbouwzetten 8-12 en 9-13 waren niet erg actief. Zwart durfde 50.4-9 niet aan (begrijpelijk) en kwam ernstig in de 
verdediging. De gekozen winstpoging van Auke naar veld 5 zag er logisch uit, maar wit zag zich geconfronteerd met een vangstelling waar hij zijn 
dam ook op de lange lijn zou plaatsen. De computer stelt daarom eerst 58.37-32 en daarna 29-24 voor.

De eindstand werd daardoor een 10-6 en DC Harderwijk mag zich in het vervolg van de competitie geen misstap meer veroorloven om de 
nacompetitie af te dwingen.

Overtuigende winst Ons Eerste: 12-4

De laatste wedstrijd van 2024, al gespeeld op 7 december, was een sterk optreden van Ons Eerste tegen het Friese team uit Oerterp-Drachten. Als de Harderwijkers deze vorm in het nieuwe jaar 2025 weten vast te houden belooft dat veel goeds.

De wedstrijd begon met een vliegende start met de winst van Jan Hendrik Kok op Jan Hoogterp. Diens dertiende zet was een wel zeer ongelukkige en werd door Jan Hendrik genadeloos afgestraft. Bang om in het defensief te komen (wat na 13.19-23 best meevalt omdat na het slaan op 31-27×27 23-28 laat volgen met een interessante stand) speelde Hoogterp toch 21-27×27. Het ‘vertraagd’ ophalen van de schijf zag er al heel gevaarlijk uit. En dat bleek. Met een nuttige meerslagwending 21.34-30 combineerde de witspeler naar dam. De zet 18.42-37! verdient nog een extra uitroepteken. Als wit namelijk te snel naar dam combineert (meteen 18.34-30), dan krijgt hij zelf nog een dam om de oren:  18.34-30!? (23×32), 30-25 (16×27), 25×5 (6-11!), 5×46 (27-32!) 46×28 (9-14), 28×5 (22-27), 31×22 (17×50). Dat levert na 42-38 (50-17), 48-43 (18-22) slechts gelijk spel op. In het vervolg van de partij kwam zwart er niet meer aan te pas. De witte ruil 31.31-27 is mooi getimed na het verzwakkende 30.12-18 van zwart op diens korte vleugel.

Auke Steensma deelde vervolgens de punten Harmen Jonker. In deze partij bleven de klassieke structuren lang in stand, zonder groot voordeel voor één van beiden. Jonker legde eer in door gedurfd de Ghestem-uitstoot te plaatsen met 32.23-29. Omdat de controle op de andere vleugel ruim voldoende was (36.17-21) kwam wit niet tot voordeel, vooral omdat in het vervolg een steunschijf op 6 ontbrak voor beslissende combinaties. Ook 39.16-21! was spits gevonden door zwart. Wit moest wel combineren. Overigens had zwart de witte dam in de partij kunnen afpakken met 45.12-18. Wit moet dan nauwkeurig spelen: 47.33-28! voor remise. Jan Willem Hoeve zocht zijn heil in een zware omsingeling tegen Jorn Kruit. Dat pakte goed uit omdat de witspeler niet vlekkeloos opbouwde en te vroeg naar 28-23 greep. Zwart draaide de duimschroeven rond het witte

centrum meteen aan, en had dit op de 24 zet al met een fraaie combinatie kunnen bekronen zoals te vinden is op toernooibase. Maar de zwarte strategie van het actieve ruilen en 23 te ‘omhelsen’, werkte uiteindelijk evengoed en leidde tot een combinatieve schijfwinst. Jan Willem gaf zijn tegenstander geen kans meer op herstel. Vanuit de Keller-variant koos ook Henry Offenga voor een volledige omsingeling, die al snel dreigende vormen aannam. Zwart moest rekening houden met veel combinaties. Met vertrouwen in de stand – en een goede portie zelfvertrouwen – speelde wit gedurfd het sterke 25.35-30! Zwart probeerde verlichting te vinden met een bevrijdende ruil aan zijn linkerbord-rand. Maar wit reageerde optimaal met de sterke zetten: 43-39 en wederom 35-30. Daarmee was de fuik definitief aangetrokken, met schijfwinst en later partijwinst.

De riante voorsprong van 7-1 had nog verder uitgebouwd kunnen worden als Egbert van Hattem zijn omsingelende strategie vanuit de Molimard-uitval nauwkeurig had afgerond. Met de zet 29.12-18 maakt zwart handig gebruik van het open veld op 8. Wit kan zich door de achterwaartse slag 26×8 niet bevrijden met 27-21. Wit reageerde erg geschrokken met de terugruil via 30.37-31 (30.34-30 had nog gekund maar dat is erg ingewikkeld en ook niet helemaal probleemloos). Na de partij-opmars 17-21-26 wordt de witte stand aan alle kanten bedreigd. Zwart speelde het aanvankelijk goed en liet de dam met 35.16-21 achterwege in de verwachting op nog beter. Toch incasseerde zwart nog te vroeg: in plaats van 38.16-21 had hij beter nog een zet kunnen wachten via 14-20 of 14-19. Egbert had niet gedacht dat partijwinst nog een problemen zou opleveren, maar wit zette de schijven

33 en 34 hinderlijk in de weg voor een snelle doorgang. Teruggeven van de plusschijf met 44.24-29 en doorlopen was waarschijnlijk de beste kans. In de partij kwam zwart er niet meer uit, maar eenvoudig was de winst toch al niet meer. Een teleurstellende remise was het resultaat.

Na een spannende gevecht met veel wisselende spelbeelden kreeg Ruurd Wuestman de twee punten op het eind alsnog aangereikt. Tegenstander Iskander Al Sarayfi gaf na een afwikkeling geschrokken op terwijl de zet 34-30 in de slotstand remise was. Tijdens de partij speelde wit sterk om het zwarte centrum van Ruurd heen, en had hij bovendien de formaties zo neergezet dat een switch naar een aanvallende stand mogelijk was toen zwart terugruilde. De witte aanval leek lang perspectiefrijk, maar na een passieve terugruil (47.37-32) keerden de kansen. Waar wit niet verder kwam, moest hij – mede door temponood gewongen – toezien hoe Ruurd zich gevaarlijk snel een weg baande door zijn lange vleugel. De uiteindelijke zwarte afwikkeling was fraai en zag er kansrijk uit, maar was dus toch nog net remise geweest zoals achteraf bleek.

Een mooi strategische partij speelden Kees de Jong en Hendrik Veenstra. De zwartspeler liet de formaties goed werken en wist een inklemming van zijn lange vleugel door wit goed af te wenden. Kees liet wederom zien dat hij in de tweede partijhelft goed voor zijn kansen kan gaan. Nadat de partij in ongebruikelijk klassiek vaarwater was gekomen, slaagde de zwartspeler er niet in zich in het centrum te handhaven. Met de krachtige zet 45.32-27 stelde wit bovendien de zwakke structuur aan de korte vleugel van zwart ter discussie en hij dreigde meteen met een combinatie. Op toernooibase laat Kees Veenstra zien hoe Kees zijn kansen had kunnen benutten. 47.34-29 en na het opvangen 33-28 lijkt inderdaad duidelijk, en een zet later is het tijdelijke offertje 28-23 en dan ertussen ook winst: wit breekt dan met schijfwinst door aan de rechterflank.

Na de remise tussen Gerben de Wit en Fred Elgersma stond er een klinkende 12-4 op het scorebord. Ook deze partij was fraai, met de ver opgedrongen zwarte schijf op 15 en een witte op 35. Fred speelde accuraat het niet voor de hand liggende 23.20-24. 49-44 mag niet vanwege een dam, en ook 45-40 ziet er niet aantrekkelijk uit: dan zal zwart waarschijnlijk opstoten met 22-28. Na de ruil met 32-27 concentreerde zwart zich op een sterk en flexibel centrum. In een kleurrijke stand had hij op de 48e zet misschien (nog) beter 48.13-19 kunnen spelen (verhinderd 49.33-28). Na 42-37 18-22! 47-42 heeft zwart zeer fraai 23-29 tot zijn beschikking. In de partij had zwart het kleurrijke 49.18-22 moeten spelen, en ook dan zal wit hard moeten werken voor de remise. In de partij wisselden de kansen na het zwakkere 24-30. Wit had met 60.14-9 of 60.14-10 (in plaats van 38-32) een lastig zichtbare maar wel analytisch gewonnen eindspelwinst kunnen afdwingen. In de partij piepte zwart naar een tweede dam, en daarmee naar een remise.

Wolderweide wint bij pupillen schooldamtoernooi!

Gisteren is in het MFC De Bogen het schooldamtoernooi voor pupillen (groepen 7 & 8) gehouden.
Er hadden zich 11 teams ingeschreven voor een toernooi van 7 ronden.
Leuk om te zien hoe er op de damborden werd gestreden! Sommige kinderen zeer geconcentreerd, anderen die nog wat moeite hadden om te slaan of niet geheel konden bedenken hoe nou die dam af te pakken. Ook de regel ‘aanraken = zetten’ werd vaak door de kinderen zelf opgelost en in der minnen geschikt.
Al met al een prettig toernooi en ook de belangstelling van docenten en ouders werd gewaardeerd. Bedankt allemaal!

De eindstand bleek dezelfde als een ronde eerder, zodat de vier teams die zich hebben geplaatst voor de Halve Finale van Gelderland (op 1 febr a.s., speelplaats nog onbekend) dit terecht hebben verdiend. Deze kinderen mogen ook komen oefenen bij de jeugd van de damclub.
Maar dat het spannend was om de plaatsing, bleek wel dat de nrs. 5 en 6 eenzelfde aantal wedstrijdpunten hadden als nr 4, maar dat de zg. WP (weerstandspunten) uitsluitsel moest brengen.

{CAPTION}

Spannende pot tegen Dokkum: 9-7

De wedstrijd tegen de gasten uit Dokkum-Rinsumageest begon met een snelle voorsprong. Egbert van Hattem hoefde op bord 8 niet in actie te komen, omdat de Friezen maar met zeven man afreisden naar Harderwijk.
Die voorsprong werd al snel uitgebouwd toen Jan Willem Hoeve vlot een schijf voorkwam tegen Reino Joustra die de partij wat wild opbouwde op de lange vleugel en – waarschijnlijk uit angst voor een opsluiting – zijn eigen actie aan de andere bordrand niet goed genoeg doorzag. De
Fries kwam al snel een schijf achter en was kansloos.

Een probleemloze overwinning werd het niet voor Ons Eerste. De gasten uit Friesland speelden gedurfd en aanvallend, anders dan tijdens de voorbespreking werd vermoed. Dirk Sinnema koos tegen Kees de Jong met zwart voor een originele aanpak van de Keller-variant met 21-27 en 6-11
op de negende en twaalfde zet. Zoals Jan Hendrik in zijn analyse-opmerkingen aangaf heeft wit met 12.40-35 een paar interessante tactische wendingen tot zijn beschikking waarbij zwart goed moet opletten. In de partij echter had wit zijn tegenstander al snel ernstig in problemen kunnen brengen door 15.48-42 te spelen. Zwart kan dan niet met 20-25 verdergaan: dan heeft hij na 46-41 geen goede zet meer (14-20 kan niet vanwege 24-19 en en 29-23). Lastig om te zien, maar wel jammer. In het vervolg speelde zwart actief op het centrum en wit kwam er slechts mondjesmaat omheen. Kees nam het zekere voor het onzekere en stemde terecht in met een vroeg remiseaanbod van zwart.

Tegen Henk Stapert speelde Auke Steensma een gezonde centrumpartij. Na de veertigste zet kreeg hij echt greep op de stand door zich met het gedurfde 42.34-29 vrijwillig in de hekstelling te zetten. Er ontstond meteen een scherpe middenspelpositie waarbij zwart ervoor koos direct
ook veld 16 te bezetten. De witte strategie was duidelijk: sterke formaties opbouwen en precies goed op tijd 45.27-22 spelen (zwart mag er niet achter!). Maar winnen zat er niet omdat de zwartspeler handig gebruikmaakte van de meerslagregel na 47.7-12 enz.

Ook Jan Hendrik Kok kwam er niet beslissend door tegen Bert Oegema die met wit enigszins wild maar fris naar veld 24 toog. Jan Hendrik koos er met een ruil voor om de witte aanval overzichtelijk tegen te spelen, hopend op een counter of te profiteren van wits wat zware korte vleugel. 23.13-19×19 liet hij achterwege omdat wit dan even offert met 29-24 en na het slaan rustig 40-35 om de schijf weer terug te winnen en zich daarmee te handhaven op het aanvalsveld. De zwarte stand is daarna inderdaad niet in balans. In het vervolg van de interessante partij wachtte zwart even slim met het weer ophalen van de verloren gegane schijf (met 25.6-11) omdat wit na 9-14 makkelijk 42-37 en 32-28×28 zou kunnen spelen. Na de schermutselingen trok Jan Hendrik het initiatief duidelijk naar zich toe. Zwart had met 40.11-16 het drukspel nog kunnen vasthouden. Na 17-22 kon wit een overzichtelijk afspel afdwingen waarna de vrede werd getekend.

Daarna gebeurden in de partij tussen Henry Offenga en Arend Dijkstra spannende dingen die niet goed uitpakten voor Harderwijk. Wit koos op de 25e zet voor 34-30 terwijl een directe aanval op 29 zwart naar de rand had gedwongen. Ook in de partij bouwde wit grote druk op tegen het zwarte steunveld op 24. Maar tot een doorslaggevende aanval op de lange vleugel van zwart kwam het niet (onder meer omdat 33.33-29? niet mag). Op de 35e zet overrompelde wit zijn tegenstander met een vervaarlijk maar toch foutief offer: 28-22 en 31-26. Een schitterend idee, maar winnend bleek het allesbehalve. In plaats daarvan, keek wit na het sterke 38.13-18 ineens tegen een zo goed als verloren stand aan. Nadat wit naar 15 was gegaan bleek de functie van de schijf op 18 pas echt: wit kan niet snel oprukken naar 25 en moet te lang wachten om door te kunnen breken vanwege één-om-twee zetjes. Henry offerde nog een schijf maar Arend Dijkstra speelde rotsvast naar winst.

Na de voordelige remises en de verrassende verliespartij had het zomaar nog anders af kunnen lopen met de totaalscore. Na een prima partij met centrumoverwicht vergaloppeerde Ruurd Wuestman zich ineens tegen Binne Brouwer. Hij plaatste met 36.22-28? een als tijdelijk bedoeld offer om zich niet langer zorgen te hoeven maken over witte tegenacties over rechts. Zwart had met 38.12-17 de schijf graag teruggewonnen, maar dan zou wit naar veld 14 zijn geglipt. 39.42-37! was dus een ijzersterke reactie van wit. Met een schijf achter bleef Ruurd doorknokken en dwong zijn tegenstander om het helemaal af te maken. De inspanning werd beloond. Na wit’s 55e zet (14-28?) werd het alsnog remise. Jan Hendrik vond een mooie winstvariant voor wit (welke trouwens ook weergeeft dat er nog wel wat hobbels te nemen waren geweest): 14-25! (40-45), 25×43! (45-50), 22-18 (50-17), 31-26 (29-33), 18-13 (17-3), 16-11 (3-25), 43-49 (33-39A), 11-7 (25-3), 7-1 (3-25), 1-6 (25-30), 6×50 (30×2), 50-11 (2×16), 26-21 (16×32), 49×16 W+
A. (25-30?), 26-21 (30×32), 49×16 (33-39), 16-49 W+

Op bord 2 waren Linze Houwink en Fred Elgersma nog verwikkeld in een lang en spannend gevecht, vanaf het begin van de partij. Een opvallende keuze was zwarts 35e zet (13-19) waar hij wit de mogelijkheid geeft om een twee-om-twee te nemen. In 35.2-8 had zwart een prachtige zet gehad om het spel blijvend spannend en bovendien in zijn voordeel te behouden. Dat had na het logische vervolg 40-35 (13-19), 30-24 (19×30), 35×24 (8-13), 38-32 in duurzaam voordeel geresulteerd. Na de ruil op de 36e zet ontspon zich een complex en spannend gevecht waarbij de Friese witspeler de zwarte stand knap in toom wist te houden en langzaam maar zeker tot voordeel kwam. Pas na 51.34-30×30 kon zwart opgelucht ademhalen en zijn vastgelopen centrumblok naar voren dirigeren.

Met deze zwaarbevochten remise werd zo ook de spannende pot tegen Dokkum in het voordeel van Ons Eerste beslist, en mag het in deze sterke eerste klasse nog volop meestrijden voor de allerhoogste plek.